Decreet lokaal bestuur
Decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Het centraal kerkbestuur verwacht tegen maart 2021 een nieuwe priester in Langemark-Poelkapelle en wenst de pastorie in Poelkapelle te renoveren voor de komst van de nieuwe pastoor. De kerkfabriek van Poelkapelle vraagt aan het lokaal bestuur om een investeringssubsidie te voorzien voor de renovatie van de pastorie. De pastorie is een gebouw van de eredienst. Het gemeentebestuur is verplicht om bij te dragen in de investeringskosten aan een pastorie.
Tijdens de vergadering met het centraal kerkbestuur werd afgesproken dat het bestuur de investering zou betalen voor zover er een pastoor gehuisvest wordt in de pastorie van Poelkapelle. De kerkfabriek bezorgde op 6 december 2020 de definitieve versie van de overeenkomst.
De overeenkomst bepaalt dat :
De gemeenteraad keurt de investeringsovereenkomst voor de Pastorie in Poelkapelle met de kerkfabriek O.L.Vrouw Poelkapelle goed.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft in samenwerking met de VVSG een kader ontwikkeld voor de vergaderingen van de lokale bestuursorganen vanaf september 2020.
Het nieuwe kader en de bijhorende richtlijnen geeft aan op welke wijze de vergaderingen kunnen plaatsvinden tijdens de federale fase ter bestrijding van het coronavirus waarin we ons momenteel bevinden. Dit kader komt in de plaats van de eerdere richtlijnen die gepubliceerd werden door het Agentschap Binnenlands Bestuur.
De gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn kan digitaal doorgaan als het lokaal bestuur dit, gelet op de gezondheidssituatie, de aangewezen vergadervorm acht. Daaraan zijn 3 voorwaarden verbonden:
Om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, is het opportuun om de werking van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn aan te passen om op die manier gezondheidsrisico's te vermijden. Bijgevolg is het aangewezen om de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn volledig digitaal te laten doorgaan zolang de coronamaatregelen van kracht zijn.
De digitale gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn zullen te volgen zijn via een audiovisuele livestream. Op de website van het lokaal bestuur zal gecommuniceerd worden hoe de vergaderingen online gevolgd kunnen worden.
De raad bekrachtigt het besluit van de burgemeester waarbij de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn digitaal georganiseerd worden zolang de coronamaatregelen van kracht zijn.
Het verslag van de gemeenteraadszitting van 9 november 2020 wordt ter goedkeuring voorgelegd.
Het audioverslag van deze zitting kan u beluisteren op deze link.
Het verslag van de gemeenteraadszitting van 9 november 2020 wordt goedgekeurd.
In gevolge het decreet op de intergemeentelijke samenwerking wordt de gemeente Langemark-Poelkapelle uitgenodigd naar de algemene vergadering van WVI op 16 december 2020.
Op de agenda van de algemene vergadering :
Voor de algemene vergaderingen van WVI werd Peter Vantomme aangesteld als vertegenwoordiger en Brecht Bogaert als plaatsvervangend vertegenwoordiger.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de agenda voor de vergadering goed te keuren.
De agenda en elk van de afzonderlijke punten van de agenda van de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging WVI die plaatsvindt op 16 december 2020 worden goedgekeurd:
Aan de vertegenwoordiger van de gemeente Langemark-Poelkapelle, dhr Peter Vantomme, die zal deelnemen aan de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging WVI die plaatsvindt op 16 december 2020, wordt het mandaat gegeven om, met recht van indeplaatsstelling door dhr Brecht Bogaert:
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van de hierbij genomen beslissingen en deze over te maken aan de toezichthoudende overheid en er kennis van te geven aan WVI.
In gevolge het decreet op de intergemeentelijke samenwerking wordt de gemeente Langemark-Poelkapelle uitgenodigd naar de algemene vergadering van Cipal op 10 december 2020.
Op de agenda van de algemene vergadering :
Voor de algemene vergaderingen van Cipal werd dhr Dominique Cool aangesteld als vertegenwoordiger en dhr Eddy Vanacker als plaatsvervangend vertegenwoordiger.
De uitnodiging voor deze vergadering werd ons doorgestuurd op 10 november 2020. Gezien de volgende gemeenteraadszitting gepland is op 14 december, dus na de algemene vergadering van Cipal, werd het college gevraagd om deze agenda en vertegenwoordiging goed te keuren. Deze beslissing wordt geagendeerd op de gemeenteraad ter bekrachtiging.
De raad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 november 2020 waarbij de agenda voor de algemene vergadering van Cipal van 10 december 2020 goedgekeurd werd.
In het kader van de bestrijding van de sociale fraude, stelde de politiezone Arro Ieper een ontwerp van samenwerkingsprotocol op waarin werkafspraken gemaakt worden tussen de politiediensten van Arro Ieper, de gerechtelijke overheden, de gemeentebesturen en de sociale huisvestingsmaatschappijen. Doel van het protocol is het optimaliseren van de strijd tegen domiciliefraude op het grondgebied van Heuvelland, Ieper, Langemark-Poelkapelle, Mesen, Moorslede, Poperinge, Staden, Vleteren, Wervik, Zonnebeke én de specifieke aanpak van domiciliefraude bij personen die gebruik maken van een sociale woning van een stads- gemeentebestuur of door sociale huisvesting.
De inhoud van het samenwerkingsprotocol wijkt niet af van het wettelijk kader rond de gegevensuitwisseling. Enkel volgende gegevens kunnen door een gemeentebestuur doorgegeven worden aan de politiediensten:
Het samenwerkingsprotocol wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
De wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, gewijzigd door de wet van 25 november 2018 (wet houdende diverse bepalingen met betrekking tot het Rijksregister en de bevolkingsregisters)
Omzendbrief van 30 augustus 2013 betreffende de aandachtspunten voor een correcte registratie in de bevolkingsregisters, het oordeelkundig toepassen van de afvoering van ambtswege en de strijd tegen domiciliefraude
Omzendbrief van 21 augustus 2019 betreffende bestrijding van domiciliefraude: personen die zijn ingeschreven in een Belgische gemeente, maar effectief in het buitenland wonen
Decreet van 15 juli 1997 - Vlaamse Wooncode, en volgende wijzigingen
De gemeenteraad keurt het samenwerkingsprotocol tot het optimaliseren van de strijd tegen domiciliefraude goed.
Wet op de politieambt van 5 augustus 1992
Politiezone Arro Ieper verzoekt om volgende bewakingscamera's te mogen gebruiken voor de hierna vermelde doelstellingen:
Tijdelijk vaste camera's (= mobiele camera's die voor beperkte tijd op een plaats worden opgesteld)
Mobiele camera's
* ANPR = Automatic Number Plate Recognitio (nummerplaatherkenning)
De politiezone wil deze camera's en de opnames ervan enkel gebruiken in uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie zoals bepaald in de West op het Politieambt.
De verwerking van de beelden van de tijdelijk vaste en mobiele camera's omvat volgende lokale doelstellingen:
Met de inzet van de drone beoogt de politiezone Arro Ieper daarnaast volgende specifieke doeleinden:
De gemeenteraad verleent principiële goedkeuring voor het gebruik van vaste, tijdelijk vaste en mobiele camera's aan de politiezone Arro Ieper, volgens de bepaling in de Wet op het Politieambt.
Decreet lokaal bestuur
Decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Het centraal kerkbestuur verwacht tegen maart 2021 een nieuwe priester in Langemark-Poelkapelle en wenst de pastorie in Poelkapelle te renoveren voor de komst van de nieuwe pastoor. De kerkfabriek van Poelkapelle vraagt aan het lokaal bestuur om een investeringssubsidie te voorzien voor de renovatie van de pastorie. De pastorie is een gebouw van de eredienst. Het gemeentebestuur is verplicht om bij te dragen in de investeringskosten aan een pastorie.
Tijdens de vergadering met het centraal kerkbestuur werd afgesproken dat het bestuur de investering zou betalen voor zover er een pastoor gehuisvest wordt in de pastorie van Poelkapelle. De kerkfabriek bezorgde op 6 december 2020 de definitieve versie van de overeenkomst.
De overeenkomst bepaalt dat :
De gemeenteraad keurt de investeringsovereenkomst voor de Pastorie in Poelkapelle met de kerkfabriek O.L.Vrouw Poelkapelle goed.
De gemeente en het OCMW stellen enkele aanpassingen voor op vlak van rechtspositieregeling, zowel voor gemeente als OCMW.
Bij de voorbereiding werd gekeken om de aanpassingen aan de rechtspositieregelingen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.
De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel wordt voor goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
De rechtspositieregelingen van het OCMW worden ter goedkeuring voorgelegd op de OCMW-raad van 14/12/2020.
Gaat akkoord met de voorgestelde aanpassingen aan de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel. De gecoördineerde rechtspositieregeling wordt toegevoegd als bijlage bij dit besluit.
Deze beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht en wordt samen met de rechtpositieregeling en de bijhorende adviezen bezorgd aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.
De gemeente en het OCMW stelden voor om het volgende toe te passen voor de personeelsleden:
1. Vanaf 01/08/2020 gaat de werkgeversbijdrage voor een maaltijdcheque omhoog naar 6.36. Dit betekent dat de waarde van de maaltijdcheque stijgt naar 7.45 euro (werknemersbijdrage is onveranderd 1,09 euro).
2. In 2020 krijgt elke voltijdse medewerker een bedrag van 300 euro minus het bedrag dat in 2020 werd uitbetaald ikv de verhoging maaltijdcheques. Het bedrag wordt bij voorkeur uitbetaald in consumptiecheques. Indien de wettelijke regeling met betrekking tot de consumptiecheque, zoals voorzien door de Vlaamse Regering, niet toelaat dat de cheques besteed worden bij de lokale handel, wordt een handelaarsbon van 40 euro toegekend en een ecocheque van 300 euro minus het bedrag dat werd gegeven in maaltijdcheques en minus 40 euro handelaarsbons.
Als referteperiode voor de berekening van de handelaarscheque in 2020 golden de prestaties (voltijds of deeltijds) tussen 1/09/2019 - 31/08/2020.
Aan de gemeenteraad wordt nu voorgesteld afstand te nemen van die referentieperiode en te vertrekken vanaf 01/01/2020. De periode van 01/01/2020 tem 31/07/.2020 wordt herzien op basis van de toegekende maaltijdcheques voor die periode. Een opleg van 1.45 per cheque wordt verrekend en uitbetaald door middel van een handelaarsbon en ecocheque. De optie van de consumptiecheque wordt niet langer weerhouden.
Bij de voorbereiding van het sectoraal akkoord werd gekeken om de toepassing voor gemeente en OCMW op elkaar af te stemmen.
De toepassing van het sectoraal akkoord voor het gemeentepersoneel wordt voor goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
De toepassing van het sectoraal akkoord voor het OCMW-personeel wordt voor goedkeuring voorgelegd op de OCMW-raad van 14/12/2020.
De raad gaat akkoord met de voorgestelde zichtwaarde van de maaltijdcheques vanaf 01/08/2020 voor het gemeentepersoneel. De werkgeversbijdrage wordt bepaald op € 6.36; de zichtwaarde van één maaltijdcheque bedraagt € 7.45 per gewerkte dag.
In 2020 krijgt elke voltijdse medewerker een verhoging van de maaltijdcheques volgens artikel 1 van dit besluit. Voor de periode 01/01/2020 tem 31/07/2020 wordt enerzijds gerekend met een handelaarsbon van 40 euro en anderzijds met ecocheques.
Voor de uitvoering van het sectoraal akkoord in 2020 gelden de prestaties (voltijds of deeltijds) tussen 01/01/2020 - 31/12/2020.
De begrotingswijziging 2020 en de begroting 2021 van de politiezone PZ 5462 Arro Ieper worden ter goedkeuring voorgelegd aan de politieraad van 10 december 2020.
Hierin is voor 2021 een indexering van de toelagen van de steden/gemeenten aan de politiezone Arro Ieper voorzien van 1% t.o.v. 2020, een daling t.o.v. de oorspronkelijk geplande 2%. In de meerjarenplanning wordt momenteel voor de jaren 2022 en 2023 respectievelijk 1,5% en 1,75 % voorzien i.p.v. de oorspronkelijke geplande 2%. Voor de jaren 2024 en 2025 wordt de oorspronkelijke index van 2% aangehouden.
Er is een aanzienlijke verwachte stijging de komende jaren van de loonuitgaven onder meer door stijging in de geldelijke loopbaan, door een verhoging van de patronale pensioenbijdragen voor statutaire personeelsleden, door de te verwachten indexering, door de in voege treding van het nieuw sectoraal akkoord van de geïntegreerde politie en door de nieuwe formatiewijziging. T.o.v. het oorspronkelijk meerjarenplan wordt de stijging echter mee gefinancierd door het gecumuleerd resultaat van vorige boekjaren.
De bijdrage van de steden en gemeenten voor de politiezone Arro Ieper wordt als volgt bepaald voor de begrotingswijziging 2020 en begroting 2021 in de politiebegroting:
Naam stad/gemeente | BW 2020 | Begroting 2021 | |
1 | Ieper | 3.484.014 | 3.518.854 |
2 | Poperinge | 1.623.940 | 1.640.179 |
3 | Wervik | 1.358.806 | 1.372.394 |
4 | Zonnebeke | 824.398 | 832.642 |
5 | Staden | 788.149 | 796.030 |
6 | Moorslede | 738.437 | 745.821 |
7 | Heuvelland | 685.617 | 692.473 |
8 | Langemark-Poelkapelle | 544.766 | 550.214 |
9 | Vleteren | 244.420 | 246.864 |
10 | Mesen | 64.212 | 64.854 |
10.356.759 | 10.460.327 |
Overzicht van de dotaties van de voorbije jaren voor de gemeente Langemark-Poelkapelle:
2009 = € 442.856
2010 = € 451.987
2011 = € 461.027
2012 = € 469.962
2013 = € 488.760
2014 = € 508.311
2015 = € 523.560
2016 = € 523.560
2017 = € 528.796
2018 = € 528.796
2019 = € 534.084
2020 = € 544.766
2021 = € 550.214
De bijdrage van de gemeente zoals ingeschreven in de begrotingswijziging 2020 en in de begroting 2021 van de politiezone Arro Ieper en hierboven vermeld in de verklarende nota goed te keuren en in te schrijven in de eerstvolgende aanpassing van de meerjarenplanning van de gemeente.
Het besluit ter goedkeuring over te maken aan de heer gouverneur van de provincie West-Vlaanderen en een afschrift te bezorgen aan de bijzondere rekenplichtige van de politiezone en aan de financieel directeur.
De gemeente heft een retributie op diverse materialen die verkocht worden door de gemeente. Het huidig retributiereglement, goedgekeurd op 16 december 2019, wordt opgeheven en opnieuw vastgesteld.
In het aangepast reglement werd de verkoop van een peukenzakje (1 euro) en mondmasker (0,5 euro) toegevoegd*.
* De verkoop van het mondmasker is enkel geldig in het gemeentehuis. In het woonzorgcentrum is het dragen van een stoffen mondmasker niet toegestaan. Hierdoor worden chirurgische mondmaskers gratis ter beschikking gesteld.
Het retributiereglement op verkopen van materiaal voor de periode 2020 tot en met 2025, goedgekeurd op 16 december 2019, wordt opgeheven.
Er wordt voor een periode van 15/12/2020 tot en met 31/12/2025 een nieuw retributiereglement goedgekeurd voor het verkopen van materiaal door het gemeentebestuur.
Het materiaal dat wordt verkocht en de te heffen retributie wordt als volgt bepaald :
Ontspannen:
* De verdeelpunten die meewerken aan de verkoop van de recreatieve routes, wordt een korting van 30 % toegestaan voor de fietsnetwerkkaarten en brochures van auto-, wandel- en fietsroutes en een korting van 10 % toegestaan voor de fiets- en wandelboxen, waarbij de verkoopprijs die vastgesteld wordt door Westtoer, door de diverse verkooppunten behouden blijft.
Omgeving:
Secretariaat en onthaal
Het materiaal dat voor uitleen wordt aangeboden en de te heffen waarborg bedraagt:
Omgeving
Secretariaat en onthaal
Toerisme
De retributie is verschuldigd door de aanvrager. Er moet contact betaald worden bij het indienen van de vraag. Er wordt een betalingsbewijs afgeleverd.
Een compostvat of een compostbak kan betaald worden door overschrijving op rekening BE92 0910 0023 2223 van de gemeente.
De gemeenteraad machtigt het college om het tarief te bepalen van producten en diensten die eenmalig of beperkt in tijd tot maximum 1 jaar worden aangeboden. Het tarief moet een billijke vergoeding zijn voor het aangeboden product of de dienst.
Aquafin, Fluvius, de provincie West-Vlaanderen en de gemeente plannen riool- en wegenwerken in een gedeelte van de Klerkenstraat (vanaf de Beekstraat tot de Gistelhofstraat), de Galgestraat en de Gistelhofstraat, waarbij het huidige gemengde rioleringsstelsel vervangen zal worden door een gescheiden rioolstelsel gecombineerd met open grachten voor de regenwaterafvoer. De gemengde riolering is in slechte staat en er treden ook waterproblemen op in de Gistelhofstraat, met in verschillende woningen problemen met afvoer van het afvalwater. Het afvalwater zal na de werken niet langer in de Broenbeek geloosd worden maar gezuiverd worden in de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het hemelwater zal maximaal via open grachten naar de Broenbeek afgevoerd worden. Dit gebeurt via twee grachten:
In de gemeenteraad van 1/07/2019, 27/01/2020 en 24/02/2020 werd de verwerving van diverse percelen langs de Gistelhofstraat, Klerkenstraat en Galgestraat goedgekeurd
Aangezien de onderhandelingen met verschillende eigenaars moeilijk verliep, werd in de gemeenteraad van 27 januari 2020 het onteigeningsplan definitief aanvaard. Voor onderstaande percelen werd overgegaan tot de onteigeningsprocedure:
Na een een laatste bod via de commissaris van de dienst vastgoedtransacties van de Vlaamse Gemeenschap, kon toch een akkoord worden gevonden tussen partijen. De gemeenteraad wordt gevraagd om de minnelijke onteigening van percelen 1ste afdeling sectie C 343C en 347C goed te keuren.
De gemeenteraad keurt de minnelijke onteigening van de percelen Afdeling 1 - Sectie C - Nr 347C (557 m²) en Afdeling 1 - Sectie C - Nr 343C en 344C (871 m²) goed.
De gemeenteraad keurt de akte, opgemaakt door de dienst vastgoedtransacties van de Vlaamse Gemeenschap, voor de minnelijke onteigening van perceel Afdeling 1 - Sectie C - Nr 347C (557 m²) ten aanzien van Josette Cardoen, Marc Van Eecke en Rik Van Eecke en van perceel Afdeling 1 - Sectie C - Nr 343C en 344C (871 m²) ten aanzien van de naamloze vennootschap Vleeshandel Markey goed.
De raad keurt het retributiereglement goed:
Artikel 1
Voor een periode ingaand op 1 januari 2021 en eindigend op 31 december 2021 wordt een retributie geheven op het gebruik van het recyclagepark.
Artikel 2: Toegang tot het recyclagepark
De toegang gebeurt verplicht door aanmelding met de eID of badge, volgens de voorwaarden zoals bepaald in het aanvoerreglement van het recyclagepark.
Artikel 3: Soorten afvalstoffen
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen afvalstoffen die steeds gratis zijn, betalende afvalstoffen met vrijstelling en betalende afvalstoffen zonder vrijstelling.
3.1. Volgende afvalstoffen zijn steeds gratis (groene groep):
Elektro (AEEA) |
Elektriciteitskabels |
Glazen flessen en bokalen (glasbol) |
Klein gevaarlijk afval: frituurolie, TL-lampen, batterijen, verfafval, motorolie,… |
Metaal |
Papier-karton |
PMD (verplicht in een PMD-zak) |
Textiel |
3.2. Volgende afvalstoffen zijn betalend maar met vrijstelling (oranje groep):
|
Retributie |
Asbestcement |
165 euro / 1.000 kg |
Asbestzak (groot) |
2,50 euro / zak |
Asbestzak (klein) |
1,50 euro / zak |
Gipsafval |
145 euro / 1.000 kg |
Harde plastic |
270 euro / 1.000 kg |
Houtafval |
85 euro / 1.000 kg |
Niet recycleerbaar afval |
110 euro / 1.000 kg |
Piepschuim (1.500 liter zak)* |
1,35 euro / zak |
Piepschuim |
135 euro / 1.000 kg |
Steenpuin |
25 euro / 1.000 kg |
Tuinafval |
50 euro / 1.000 kg |
Vlak glas |
45 euro / 1.000 kg |
* KMO’s en zelfstandigen
3.3. Volgende afvalstoffen zijn betalend zonder vrijstelling (rode groep):
|
Retributie |
Brandbaar grofvuil (particulieren) |
200 euro / 1.000 kg |
Brandbaar grofvuil (KMO’s) |
215 euro / 1.000 kg |
Artikel 4: Vrijstelling
Er geldt een vrijstelling, voor de aanvoer van afvalstoffen uit de oranje groep, ten belope van 1.000 kg/jaar voor volgende categorieën:
Eens de vrijstelling is opgebruikt, kan er nog eens 1.000 kg/jaar aangebracht worden tegen een basistarief van 25 euro/1.000 kg. Eens dit is opgebruikt dienen de aangevoerde afvalstoffen betaald te worden aan de tariefprijs, zoals vastgelegd in artikel 3.
Er geldt eenzelfde vrijstelling per vereniging, mits deze vereniging voldoet aan volgende voorwaarden:
Artikel 5
De vrijstelling geldt per gezin. De leden van het gezin zijn de natuurlijke personen die een zelfde referentiepersoon hebben in het rijksregister.
De vrijstelling geldt per vereniging met een vast lokaal. De leden van de vereniging zijn de natuurlijke personen die jaarlijks worden doorgegeven aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6
De vrijstelling geldt voor het lopende kalenderjaar en kan niet worden overgedragen naar het volgende jaar.
Artikel 7
Bij wijziging van de gezinssamenstelling blijft de vrijstelling toegewezen aan de referentiepersoon. Nieuwe referentiepersonen krijgen een vrijstelling pro rata het resterende jaar (naar boven afgerond op twaalfden).
Artikel 8
Bij elke weegcyclus wordt er een minimum nettogewicht van 5 kg in rekening gebracht.
Artikel 9
De afvalstoffen worden gewogen op een geijkte weegbrug, volgens de Belgische wettelijke bepalingen, waarvan het weegresultaat niet kan worden betwist. De weegbrug heeft een nauwkeurigheid van 5 kg voor het weegbereik tot 15.000 kg en 10 kg voor het weegbereik vanaf 15.000 kg tot 30.000 kg.
Artikel 10
Het gemeentebestuur Langemark-Poelkapelle wordt gemachtigd om de verschuldigde retributie te innen.
Het bedrag wordt ter plaatse betaald aan de betaalzuil. Dit kan met bancontact of met munten (vanaf 5 eurocent). De betaalautomaat geeft geen geld terug. Het saldo wordt bijgehouden op rekening van de aanvoerder. Bij een volgende betaling wordt het saldo in mindering gebracht.
Artikel 11
In het geval dat de bezoeker in de onmogelijkheid verkeert onmiddellijk te betalen, wordt de toegang tot het park ontzegd aan de leden van het gezin van de desbetreffende bezoeker tot na ontvangst van de betaling. Het openstaand saldo dient vereffend te worden aan de betaalzuil binnen de 14 kalenderdagen. Bij niet betaling binnen de 14 dagen, volgt er een aanmaning en worden er 10 euro administratiekosten aangerekend. Na 1 maand volgt een 2de aanmaning en worden de administratiekosten verhoogd met 10 euro. Indien nog niet betaald wordt start het gemeentebestuur de administratieve invordering.
Artikel 12
Bij overlijden van een referentiepersoon, hebben de nabestaanden recht om tot 90 dagen na het overlijden het recyclagepark te gebruiken met overname van de eventuele vrijstellingen en saldo’s van de overleden referentiepersoon.
Artikel 13
De badge kost 5 euro.
Artikel 14
Indien door een defect aan de DIFTAR-toestellen de weging of betaling niet kan afgewerkt worden, zal in de mate van het mogelijke de schuld worden bijgehouden zodat het bij een volgend bezoek kan verrekend worden. Indien de schuld niet kan bepaald worden, worden de betrokken bezoekers vrijgesteld van betaling.
De gemeente zet in op de kwaliteit van het huurpatrimonium.
Een conformiteitsattest heeft een standaard geldigheidsduur van 10 jaar. De Vlaamse Wooncode voorziet echter in de mogelijkheid dat de gemeenteraad deze geldigheidsduur beperkt. In de gemeenteraad van 4 september 2017 werd beslist om de geldigheidsduur van de conformiteitsattesten te beperken tot 5 jaar. In de gemeenteraad van 16 december 2019 werd beslist om de geldigheidsduur enkel in bepaalde gevallen te beperken (vocht, toestellen type B, enkel glas). In de overige gevallen is het conformiteitsattest 10 jaar geldig.
Wegens wijzigingen in de wetgeving is het nodig om reglement dd. 16 december 2019 aan te passen.
Door de geldigheidsduur van het conformiteitsattest van deze woningen te beperken, stimuleer je deze eigenaars om regelmatig de kwaliteit van hun huurwoning op te volgen en in orde te brengen.
Woningen waarvoor een conformiteitsattest met beperkte geldigheidsduur werd afgeleverd, worden opgevolgd: bij verval van het conformiteitsattest, wordt een nieuwe conformiteitscontrole uitgevoerd.
De geldigheidsduur van het conformiteitsattest is afhankelijk van de resterende gebreken zoals vastgesteld in het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek.
De geldigheidsduur van eerder uitgereikte conformiteitsattesten blijft onveranderd.
Het reglement inzake de beperking van de geldigheidsduur van conformiteitsattesten, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2019 wordt opgeheven op 31/12/2020.
Bovenhavig reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2021.
Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.
De gemeente wil de kwaliteit van het woningpatrimonium op de private huurmarkt verbeteren. De gemeente wil in de eerste plaats een preventief woningkwaliteitsbeleid voeren en eigenaars zoveel mogelijk stimuleren om een conforme huurwoning aan te bieden voor de start van verhuring.
Het conformiteitsattest bevestigt dat de verhuurde woning voldoet aan de basisvereisten van veiligheid/ gezondheid, woonkwaliteit/ brandveiligheid en woningbezetting.
Op lange termijn streeft de gemeente naar een conformiteitsattest voor elke huurwoning. Het doel is de basisveiligheid en minimumkwaliteit van alle huurwoningen te garanderen.
Het conformiteitsattest heeft zowel voordelen voor de verhuurders en de huurder:
Op 4/09/2017 werd door de gemeenteraad de 'Gemeentelijke verordening voor de veralgemeende invoering van conformiteitsattesten' goedgekeurd.
Op 29/01/2018 werd de verordening aangepast op basis van enkele opmerkingen van het Agentschap Wonen Vlaanderen.
Vanaf 01/01/2021 wordt de Vlaamse Wooncode omgedoopt tot de Vlaamse Codex Wonen. Het gemeentelijk reglement dd. 29/01/2018 moet aangepast worden aan de nieuwe regelgeving.
Aan artikel 2 worden §2 t.e.m. §4 toegevoegd om de werkwijze en termijnen te bepalen.
Definities
Voor de definities van ‘woning’ en ‘kamer’ wordt verwezen naar de Vlaamse codex Wonen, art. 1.3. §1.
§1. Elke eigenaar / verhuurder die een woning of kamer verhuurt of ter beschikking stelt, moet voor elke wooneenheid een geldig conformiteitsattest kunnen voorleggen. Deze verplichting wordt gefaseerd ingevoerd op basis van de leeftijd van de woning:
§2. De eigenaar/verhuurder wordt door de gemeente per beveiligde zending op de hoogte gebracht of hij dient te voldoen aan art. 2 §1. In dat geval is de eigenaar/verhuurder verplicht het conformiteitsattest aan te vragen via het daartoe bestemde aanvraagformulier en dit binnen een termijn van 60 dagen te rekenen vanaf de dag na poststempel van de beveiligde zending.
§3 Als de eigenaar/verhuurder reeds beschikt over een geldig conformiteitsattest, dan legt hij dit binnen een termijn van 60 dagen voor aan de dienst huisvesting.
§4 Indien de verplichting niet van toepassing is, dient de eigenaar / verhuurder de nodige informatie (vb. de woning is geen huurwoning, de woning is recentelijk verkocht, er is geen bewoning in de betreffende woning, de huurwoning valt nog niet onder de fasering van de verordening conformiteitsattesten,...) binnen dezelfde periode van 60 dagen aan de administratie te bezorgen.
Deze verordening treedt in werking na goedkeuring door de Vlaamse minister van wonen.
Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode stelt de gemeente aan als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid. Het beleid met betrekking tot verwaarloosde woningen en gebouwen is sinds 1 januari 2017 overgeheveld is van het Vlaamse naar het gemeentelijk niveau. In de gemeenteraad van 3 juni 2019 werd het subsidiedossier van de woondienst Zonnebeke – Langemark-Poelkapelle 2020-2025 goedgekeurd. Eén van de aanvullende activiteiten is het opsporen, registreren en aanpakken van verwaarloosde gebouwen en woningen.
Op basis van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, in het bijzonder de artikelen 24 en 25, kunnen gemeenten een register van verwaarloosde woningen en gebouwen bijhouden. Verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente moet voorkomen en bestreden worden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan. Het is wenselijk dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare woningen- en gebouwenbestand niet alleen gebruikt wordt, maar ook in goede staat blijft.
Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen. De strijd tegen de verwaarloosde woningen en gebouwen zal maar een effect hebben als de opname in een verwaarlozingsregister ook leidt tot een belasting.
Er dient een gemeentelijk reglement aangenomen te worden waarin de afbakening van verwaarlozing en de procedure tot vaststelling van verwaarlozing worden vastgesteld. De vrijstellingen van belasting die in dit reglement zijn opgenomen, sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.
Volgende aanpassingen zijn nodig aan het reglement dd. 16/12/2019:
Op deze manier zijn de termijnen afgestemd op het leegstandsreglement. De heffingtermijn (6 maanden na opname op het register) begint zo te lopen op het moment van de kennisgeving van de opname op het register aan de zakelijk gerechtigde in plaats van met terugwerkende kracht vanaf de datum van vaststelling. In het reglement dd. 16/12/2019 kan het meer dan 120 dagen duren vooraleer de eigenaar weet of de woning of het gebouw is opgenomen op het register en begint de heffingstermijn met terugwerkende kracht te lopen vanaf de datum van vaststelling. Door de datum van opname te wijzigen, heeft de zakelijk gerechtigde vanaf de bevestiging dat de woning is opgenomen op het register nog 6 maanden tijd om de verwaarlozing weg te werken. Deze wijziging biedt dus meer rechtszekerheid aan de zakelijk gerechtigde.
Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:
HOOFDSTUK 1. REGISTRATIE
Verwaarlozingsregister
§1. De administratie houdt een register bij van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§2. In het verwaarlozingsregister worden de volgende gegevens opgenomen:
Registratie van verwaarlozing
§1. Het college van burgemeester en schepenen stelt de personeelsleden aan voor de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen. De onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden worden omschreven in het artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
§2. Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten.
Als ernstige zichtbare en storende gebreken en tekenen van verval worden beschouwd de gebreken die verder verval op korte termijn in de hand werken. Dit geldt in het bijzonder wanneer bij hoofd- en/of bijgebouw(en):
1° de water- of winddichtheid is aangetast en/of
2° de stabiliteit is aangetast en/of
3° onderdelen dreigen los te komen en/of
4° voorgaande gebreken met voorlopige of ontoereikende maatregelen werden verholpen.
§3. Een verwaarloosde woning of gebouw wordt opgenomen in het verwaarlozingsregister aan de hand van een genummerd opnameattest waaraan minstens één foto wordt toegevoegd. Het opnameattest bevat een beschrijvend verslag met een opsomming van alle gebreken die aanleiding gaven tot de opname in het verwaarlozingsregister.
§4. Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.
§5. Een woning die of een gebouw dat in het gemeentelijke leegstandsregister staat, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.
Kennisgeving van de registratie
§1. De administratie richt een eerste kennisgeving betreffende de verwaarlozing van de woning of het gebouw, met een opsomming van de gebreken die aanleiding geven tot opname in het verwaarlozingsregister, per aangetekend schrijven, aan de zakelijk gerechtigde, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen.
De zakelijk gerechtigde kan de vaststelling binnen 30 dagen na de kennisgeving betwisten en/of binnen dezelfde termijn aantonen dat de woning of het gebouw niet (meer) verwaarloosd is.
Indien de verwaarlozing weerlegd wordt of ondertussen weggewerkt is, wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het register. De administratie brengt de zakelijk gerechtigde binnen de 60 dagen op de hoogte van deze beslissing.
§2. Wanneer de vaststelling niet werd betwist of de houder van het zakelijk recht er niet in slaagt de gebreken weg te werken, of het tegenbewijs te leveren, wordt de woning of het gebouw opgenomen op het verwaarlozingsregister. De administratie bevestigt de opname op het register per aangetekende zending aan de zakelijk gerechtigde.
Deze kennisgeving bevat:
1° het opnameattest met het beschrijvend verslag;
2° informatie over de gevolgen van de opname in het verwaarlozingsregister;
3° informatie over de beroepsprocedure tegen de opname in het verwaarlozingsregister;
4° informatie over de vrijstellingsmogelijkheden en het schrappingsverzoek uit het verwaarlozingsregister.
De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats niet gekend, dan vindt wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop het opnameattest betrekking heeft.
Beroep tegen de registratie
§1. Tegen de opname van een woning of gebouw in het verwaarlozingsregister, kan de zakelijk gerechtigde beroep indienen bij de beroepsinstantie.
Op straffe van nietigheid moet het beroepschrift:
1° ondertekend en gemotiveerd zijn;
2° met een beveiligde zending worden ingediend;
3° minimaal de volgende gegevens bevatten:
a) de identiteit en het adres van de indiener;
b) de vermelding van het nummer van het opnameattest;
c) de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft;
d) de bewijsstukken die aantonen dat de opname van de woning of het gebouw in het verwaarlozingsregister ten onrechte is gebeurd. De registratie kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.
4° worden betekend binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 4 paragraaf 2.
§2. Een laattijdig ingediend beroep tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 6.
Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het beroepschrift.
§3. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
§4. Aan de indiener van een beroepschrift wordt een ontvangstbevestiging afgegeven of verstuurd.
§5. Het beroepschrift is onontvankelijk als het niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1.
§6. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van paragraaf 1 niet verstreken is.
§7. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.
§8. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na de betekening van het beroepschrift.
Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.
§9. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het verwaarlozingsregister.
§10. Als de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijft de woning of het gebouw opgenomen in het verwaarlozingsregister.
Schrapping uit het verwaarlozingsregister
§1. Een woning of een gebouw wordt geschrapt uit het verwaarlozingsregister wanneer de houder van het zakelijk recht bewijst dat alle gebreken die op korte termijn verder verval in de hand werken, zoals omschreven in artikel 3, paragraaf 2 en zoals opgenomen in het beschrijvend verslag, hersteld zijn of verwijderd. In geval van sloop moet alle puin geruimd zijn.
§2. Voor de schrapping uit het verwaarlozingsregister richt de zakelijk gerechtigde hiertoe een ondertekend en gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:
1° de identiteit en het adres van de indiener;
2° de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;
3° de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het verwaarlozingsregister.
Als datum van het schrappingsverzoek geldt de datum van de beveiligde zending.
Als het verzoek ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het verwaarlozingsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het schrappingsverzoek geacht te zijn ingewilligd.
Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister. De indieningsdatum van het schrappingsverzoek geldt als datum waarop de woning of het gebouw uit het verwaarlozingsregister wordt geschrapt.
Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de houder van het zakelijk recht beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.
§3. De administratie kan ambtshalve schrappen indien ze reeds over de nodige gegevens en bewijsstukken beschikt.
HOOFDSTUK 2. BELASTING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN en GEBOUWEN
Belastingstermijn en belastbare grondslag
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens zes opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister.
§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende zes opeenvolgende maanden opgenomen is in het verwaarlozingsregister.
§3. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het verwaarlozingsregister, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden, te rekenen vanaf de termijn beschreven in paragraaf 2.
Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op het ogenblik dat de belasting verschuldigd wordt.
§2. Indien er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.
§3. Ingeval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het verwaarlozingsregister.
De instrumenterende ambtenaar stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, de identiteitsgegevens, het adres en het eigendomsdeel van de nieuwe zakelijk gerechtigde.
In geval van overdracht van het zakelijk recht, geldt de datum van de notariële akte als referentiedatum.
Tarief van de belasting
§1. Indien een gebouw of woning gedurende 6 opeenvolgende maanden in het verwaarlozingsregister staat, bedraagt de belasting 1500 euro.
§2. De belasting wordt vermeerderd met 1000 euro per bijkomende termijn van twaalf maanden die de woning of het gebouw in het register staat, te rekenen vanaf de termijn beschreven in paragraaf 1, tot een maximum van 4500 euro.
§3. Zolang de woning of het gebouw niet uit het register is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat bovenstaande termijnen zijn verstreken.
§4. Bij overdracht van het zakelijk recht wordt de belasting herberekend. De datum van de notariële akte geldt als referentiedatum om de heffingsdatum en het bedrag van de heffing te berekenen.
Dit geldt niet:
Vrijstellingen
§1. De belastingplichtige die gebruik wenst te maken van een vrijstelling dient hiervoor zelf de nodige bewijsstukken voor te leggen. De aanvrager richt de aanvraag per beveiligde zending of per e-mail aan de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen beslist binnen een termijn van orde van 60 dagen na ontvangst van het verzoek. Indien bijkomend onderzoek nodig is, kan de termijn verlengd worden met 60 dagen. De gemeente brengt de verzoeker per brief in kennis van haar beslissing over de vrijstelling.
De aanvraag geldt voor het desbetreffende aanslagjaar en moet, zelfs wanneer zij voor langere tijd kan gelden, jaarlijks worden herhaald.
De gemeente kan ambtshalve vrijstellingen verlenen indien ze reeds over de nodige gegevens en bewijsstukken beschikt.
Uitsluitend de in het reglement opgesomde vrijstellingen worden toegepast.
Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 13.
§2. Er wordt een vrijstelling van de heffing verleend aan:
1° de belastingplichtige die op het ogenblik dat de belasting verschuldigd is, minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van de woning of het gebouw. Deze vrijstelling geldt niet:
2° de belastingplichtige die kan bewijzen dat de woning of het gebouw verkocht is aan de hand van een onderhandse verkoopovereenkomst. Nadien moet het bewijs geleverd worden dat binnen de 4 maanden na ondertekening van de onderhandse verkoopovereenkomst de notariële akte is verleden. Deze vrijstelling geldt slechts voor de eerste heffing volgend op de datum van de onderhandse verkoopovereenkomst.
3° de belastingplichtige die aantoont dat er sprake is van overmacht waardoor de woning of het gebouw geregistreerd blijft buiten de wil van de belastingplichtige. De vrijstelling wordt toegekend voor één aanslagjaar en kan jaarlijks verlengd worden als de overmacht aanhoudt.
Er kan pas sprake zijn van overmacht indien de inventarisatie aanhoudt omwille van redenen die volledig buiten de wil van de belastingplichtige om gebeuren en kan aangetoond worden dat de belastingplichtige tijdig alles in het werk heeft gesteld om die ongewilde situatie op te lossen. De vrijstelling wordt toegekend voor 1 aanslagjaar, maar kan verlengd worden zolang de overmacht aanhoudt. De belastingplichtige moet de vrijstelling dan zelf opnieuw aanvragen en motiveren met de nodige bewijsstukken, waaruit blijkt dat de overmacht nog steeds aanhoudt.
4° de belastingplichtige die voor het gebouw of de woning reeds een gemeentelijke belasting op leegstand dient te betalen voor hetzelfde aanslagjaar.
§3. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning:
1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of de eigenaar geen stedenbouwkundige vergunning/ omgevingsvergunning krijgt omdat er een onteigeningsplan wordt voorbereid. De vrijstelling geldt tot aan de effectieve onteigening of stopzetting van het onteigeningsplan.
2° beschermd is als monument of stad- en dorpsgezicht, krachtens het decreet van 12 juli 2013 en de bevoegde overheid een ingediend dossier voor een restauratiepremie ontvankelijk heeft bevonden, of een attest heeft afgeleverd dat het pand in de huidige toestand mag blijven. Deze vrijstelling geldt zolang het restauratiedossier loopt, of zolang het attest geldt.
3° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende de periode van verzegeling of het betredingsverbod, vermeerderd met de duurtijd dat het pand was verzegeld of het betredingsverbod van kracht was, tot maximaal 1 aanslagjaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.
4° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp.
Een ramp is elke gebeurtenis die zich heeft voorgedaan buiten de wil van de eigenaar en die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan het gebouw of de woning, waardoor het gebruik of de bewoning van het gebouw of de woning geheel of ten dele onmogelijk wordt.
Deze vrijstelling geldt tot 6 maanden na uitbetaling van het verzekeringsbedrag of indien de vernieling of beschadiging niet door een verzekering gedekt zijn, tot maximaal 2 jaar na het optreden van deze vernieling of beschadiging.
De eigenaar legt de bewijsstukken van de verzekering voor.
5° wordt gerenoveerd om de problematische toestand van de woning of het gebouw ten gronde aan te pakken.
6° wordt gesloopt (evt. gevolgd door nieuwbouw):
7° op een perceel staat waarop een bodemsaneringsplicht rust:
Voorwaarde:
Invordering
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaar
§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
§2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Kennisgeving toezicht
Dit reglement zal worden overgemaakt aan de toezichthoudende overheid.
Het reglement verwaarlozing van woningen en gebouwen, vastgesteld door de gemeenteraad in de zitting van 16 december 2019, wordt opgeheven op 31/12/2020.
Bovenhavig reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2021 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur.
Voor de begraafplaats in Bikschote wordt de beslissing genomen om vanaf 1 januari 2021 geen nieuwe grafconcessies meer toe te staan. Nieuwe concessies voor het columbarium of urnenveld worden wel nog toegestaan. De voorbehouden grafconcessies kunnen verder ingevuld worden.
Met deze beslissing wordt een eerste stap gezet om de begraafplaats in Bikschote een uitdovend karakter te geven.
We onderscheiden op de begraafplaats rondom de kerk twee parken: park A (kant van school) en park B (grenzend aan Sint Janstraat).
Voor de beide parken wordt een apart scenario voorgesteld om ze verder uitdovend te maken en – naar de verdere toekomst toe - een richtdatum voor sluiting voorop te stellen. Een definitieve datum van sluiting zal in de toekomst nog door de gemeenteraad moeten beslist worden.
Op het park A zijn er nog een groot aantal grafconcessies voorbehouden. Deze kunnen verder ingevuld worden. Bijzetting van een boventallige urne of kist in een nog lopende concessie blijft er toegestaan. Ook het hernieuwen van de grafconcessie blijft daar mogelijk.
Vermits er nog een groot aantal concessies voorbehouden zijn, wordt voorlopig vooropgesteld om dit park in 2050 te sluiten. Rekening houdend met eventuele grafrust zullen vanaf 2040 geen nieuwe begravingen meer toegestaan worden. Een beslissing om vanaf een bepaalde datum geen begravingen meer toe te staan of een definitieve datum van sluiting zal in de toekomst door de gemeenteraad nog moeten beslist worden.
Op het park B zijn alle grafconcessies reeds volledig ingevuld. Vanaf 1 januari is bijzetting van een boventallige urne of kist er in een nog lopende concessie niet langer toegestaan. Het hernieuwen van de grafconcessie blijft mogelijk.
Op het park B bevindt zich ook het columbarium en urnenveld. Voor het columbarium of urnenveld blijven nieuwe concessies en bijzettingen toegestaan.
Vermits alle grafconcessies reeds ingenomen zijn, wordt vooropgesteld om dit park in 2030 volledig of gedeeltelijk te sluiten. Indien het noodzakelijk blijkt om het columbarium en urnenveld over te brengen naar park A zal dit tijdig gecommuniceerd worden. Een definitieve datum van sluiting en de modaliteiten hieromtrent zal door de gemeenteraad nog beslist worden.
Bij een sluiting krijgen de betrokken nabestaanden in een lopende concessie steeds de mogelijkheid tot overbrenging van de stoffelijke overschotten en de grafmonumenten. Voor park B blijft daarom het hernieuwen van de grafconcessie mogelijk. De betrokken nabestaanden van concessies (in park B) die opnieuw hernieuwd moeten worden, zullen echter de keuze hebben om al of niet te verlengen. Wie zou afzien van een overbrenging bij de toekomstige sluiting, hoeft de concessie niet te verlengen maar krijgt de mogelijkheid het graf (indien nog in goede staat) te laten liggen tot na sluiting.
Bij een sluiting zijn de kosten betreffende de overbrenging van de stoffelijke overschotten en asurnen steeds ten laste van het lokaal bestuur. De kosten voor de overbrenging van de grafmonumenten zijn – volgens de voorziene wetgeving - ten laste van de nabestaanden.
De Gemeenteraad neemt de principiële beslissing om geen nieuwe grafconcessies meer toe te staan op de begraafplaats in Bikschote vanaf 1 januari 2021.
Voor het columbarium of urnenveld blijven nieuwe concessies (en bijzettingen) toegestaan.
Op het park A:
Op het park B:
De Gemeenteraad stelt voor beide parken een datum van sluiting voorop. Voor park B (grenzend aan Sint Janstraat) is die datum 2030, voor Park A (kant school) is die datum 2050. Een definitieve datum van sluiting en de modaliteiten daaromtrent dient later nog door de Gemeenteraad bepaald.
Voor de begraafplaats in Bikschote wordt de beslissing genomen om vanaf 1 januari 2021 geen nieuwe grafconcessies meer toe te staan. Nieuwe concessies voor het columbarium of urnenveld worden wel nog toegestaan. De voorbehouden grafconcessies kunnen verder ingevuld worden.
We onderscheiden op de begraafplaats rondom de kerk twee parken: park A (kant van school) en park B (grenzend aan de Sint Janstraat).
Voor de beide parken wordt een apart scenario voorgesteld om ze verder uitdovend te maken en – naar de verdere toekomst toe - een richtdatum voor sluiting voorop te stellen. Een definitieve datum van sluiting zal in de toekomst nog door de gemeenteraad moeten beslist worden.
Op het park A zijn er nog een groot aantal grafconcessies voorbehouden. Deze kunnen verder ingevuld worden. Bijzetting van een boventallige urne of kist in een nog lopende concessie blijft er toegestaan. Ook het hernieuwen van de grafconcessie blijft daar mogelijk. Vermits er nog een groot aantal concessies voorbehouden zijn, wordt voorlopig vooropgesteld om dit park in 2050 te sluiten. Rekening houdend met eventuele grafrust zullen vanaf 2040 geen nieuwe begravingen meer toegestaan worden.
Op het park B zijn alle grafconcessies reeds volledig ingevuld. Vanaf 1 januari is bijzetting van een boventallige urne of kist er in een nog lopende concessie niet langer toegestaan. Het hernieuwen van de grafconcessie blijft mogelijk.
Op het park B bevindt zich ook het columbarium en urnenveld. Voor het columbarium of urnenveld blijven nieuwe concessies en bijzettingen toegestaan.
Vermits alle grafconcessies reeds ingenomen zijn, wordt vooropgesteld om dit park in 2030 volledig of gedeeltelijk te sluiten.
Bij een sluiting krijgen de betrokken nabestaanden in een lopende concessie steeds de mogelijkheid tot overbrenging van de stoffelijke overschotten en de grafmonumenten. Voor park B blijft daarom het hernieuwen van de grafconcessie mogelijk. De betrokken nabestaanden van grafconcessies (in park B) die opnieuw hernieuwd moeten worden, zullen echter de keuze hebben om al of niet te verlengen. Wie zou afzien van een overbrenging bij de toekomstige sluiting, hoeft de concessie niet te verlengen maar krijgt de mogelijkheid het graf (indien nog in goede staat) te laten liggen tot de sluiting.
Bij een sluiting zijn de kosten betreffende de overbrenging van de stoffelijke overschotten en asurnen steeds ten laste van het lokaal bestuur. De kosten voor de overbrenging van de grafmonumenten zijn – volgens de voorziene wetgeving - ten laste van de nabestaanden.
Om alle bepalingen hieromtrent op te nemen, dient het gemeentelijk reglement inzake de concessies op de begraafplaatsen aangepast te worden.
Begripsbepalingen
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Algemene bepalingen
Specifieke bepalingen voor de begraafplaats te Bikschote
Hoofdstuk I: VASTSTELLING VAN OVERLIJDEN EN LIJKBEZORGING
Aangiftetermijn
Elk overlijden in de gemeente, alsook elke ontdekking van een overledene op het grondgebied van de gemeente moet onverwijld worden aangegeven op de dienst Burgerzaken.
Ambtshalve gerechtigden:
Komen ambtshalve in aanmerking voor begraving, as verstrooiing en bijzetting van asurn op de gemeentelijke begraafplaatsen:
Gerechtigden bij uitbreiding:
Termijn van begraving:
De begraving of crematie heeft plaats minstens 24 uur na overlijden.
Hoofdstuk II. DE CONCESSIES
Bevoegdheden
§ 1. De begraving van een stoffelijk overschot in een kelder, de begraving van een asurn in een urnenhouder en de bijzetting van een asurn in een columbarium maken deel uit van een concessie.
§2. De concessies worden verleend door het College van Burgemeester en Schepen onder de in dit huishoudelijk reglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag. Ze worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen.
§3. De voor concessie in aanmerking genomen gronden worden aangewend, per categorie, in strikte volgorde per concessie en zonder discontinuïteit.
§4. Reservatie van een concessie bij leven is niet toegelaten.
Concessieaanvraag
De concessieaanvraag en de vraag tot hernieuwing van concessie worden schriftelijk ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen, op een bijzonder daartoe bestemd formulier ter beschikking gesteld bij de dienst Burgerzaken.
Behalve in het geval dat de begunstigde lid is van een religieuze gemeenschap, vermeldt de aanvraag de identiteit van de persoon of personen in wiens voordeel ze wordt ingediend (concessiebegunstigde) en wordt ze voor akkoord ondertekend door de aanvrager en de andere begunstigden, indien minstens één van deze noch de echtgenoot, noch bloed- of aanverwant, is, noch een feitelijk gezin vormde.
Concessietermijn
Nieuwe concessies worden verleend voor 30 jaar.
Toezegging en ingangsdatum
§ 1. De concessie wordt verleend tegen de in onderhavig reglement en de in het retributiereglement gestelde voorwaarden, bij beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die aan de aanvrager wordt betekend nà betaling ervan. Eventuele weigering van concessie wordt op dezelfde wijze betekend.
§ 2. De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen.
Hernieuwing van concessie – aanvragen en termijnen
Voor de hernieuwing van een concessie moet een onderscheid gemaakt worden tussen een hernieuwing zonder bijzetting (wanneer concessie reeds volzet is) en een hernieuwing bij bijzetting of wanneer de laatste bijzetting nog moet gebeuren.
§1. Hernieuwing zonder bijzetting:
Wanneer de concessie reeds volzet is (begunstigden van de concessie zijn overleden), kunnen op aanvraag ingediend door enige belanghebbende, opeenvolgende hernieuwingen van concessie toegestaan worden.
De bekendmaking omtrent het hernieuwen van concessies gebeurt door gedurende 1 jaar voorafgaand aan het verlopen van de concessie aan het betreffende graf en de ingang van de begraafplaats de bekendmaking hiervan te plaatsen. Optioneel kan ook een bekendmaking gebeuren in het infoblad en op de gemeentelijke website.
De aanvraag tot hernieuwing moet ingediend worden:
Is geen aanvraag om hernieuwing ingediend vóór het vervallen van de concessie, dan vervalt de concessie.
De termijn van de opeenvolgende concessie bedraagt hierbij telkens 10 jaar.
§2. Hernieuwing, bij bijzetting in een lopende concessie
De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie. Hierbij is er de mogelijkheid om een nieuwe concessie te nemen van dezelfde duur van de oorspronkelijke concessie (30 jaar). Bij deze hernieuwing is de toepasselijke retributie verschuldigd, eventueel verminderd met een som in verhouding tot de nog te lopen tijd van de oorspronkelijke concessietermijn, volgens artikel 8 van het decreet van 16 januari 2004.
§3. Hernieuwing – uitzondering indien laatste bijzetting nog moet gebeuren
Een aanvraag tot hernieuwing van de concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessie of de hernieuwing ervan.
Wanneer een hernieuwing zich opdringt maar de laatste bijzetting nog moet gebeuren, is er alsnog de mogelijkheid om vóór het verstrijken van de oorspronkelijke concessietermijn:
Toezegging van de hernieuwing en ingangsdatum :
Kinderbegraafplaats
Op iedere begraafplaats in onze gemeente is er een kinderbegraafplaats voorzien en dit voor het stoffelijk overschot van levenloos geboren kinderen en kinderen jonger dan 12 jaar. In deze zone worden geen grafkelders geplaatst.
Voor kinderen (vanaf 12 jaar) tot de leeftijd van 18 jaar, waarvan minstens één van de ouders in de gemeente is gedomicilieerd, kan een gratis concessie van 30 jaar bekomen worden, eveneens voor het columbarium of urnenveld. Deze concessies zijn uitsluitend bestemd voor kinderen. Indien er naderhand bijzettingen gewenst zijn, dient een concessie aangekocht te worden.
Sterretjesweide begraafplaats Langemark
De sterretjesweide is een herdenkingszone voor niet levensvatbare geboren kinderen/foetussen.
De sterretjesweide omvat een strooiweide en een herdenkingsmonument met zones voor het bevestigen van een herdenkingssterretje.
De gemeente staat in voor de aanleg en het onderhoud van de sterretjesweide. Op dit perceeltje mogen dan ook enkel de door de gemeente voorziene tekens worden aangebracht.
Aan het herdenkingsmonument kan daarom, ook retroactief, een uniform sterretje aangebracht worden ongeacht er een uitstrooiing heeft plaatsgevonden in de sterretjesweide. Het sterretje wordt door de gemeente gratis ter beschikking gesteld.
Het sterretje wordt enkel op vraag van de ouders aangebracht. De gemeente voorziet de mogelijkheid om een gravure (naam + datum) aan te brengen in het sterretje. Met het oog op uniformiteit staat de gemeente in voor de aanmaak alsook de bevestiging. De ouders worden door de gemeente op de hoogte gebracht van zodra het sterretje geplaatst is. De aanvraag dient te gebeuren bij de dienst Burgerzaken.
De ouders kunnen dit sterretje, indien gewenst, na verloop van tijd mee krijgen mits hiervoor een aanvraag te doen.
Betaling van de concessie, hernieuwing en retributie
De concessie, de hernieuwingen ervan en de retributie zijn verschuldigd op de datum van de aanvraag van de concessie of hernieuwing van de concessie.
Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering geschieden overeenkomstig de bepalingen van artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Hoofdstuk III: RECHTEN EN PLICHTEN VERBONDEN AAN DE CONCESSIES
Aard en bestemming der concessies
§ 1. Het verlenen van een concessie, van welke aard ook, houdt in hoofde van de gemeente noch verkoop in noch verhuring.
§ 2. De verleende concessies zijn onoverdraagbaar.
§ 3. Aan de geconcedeerde grond mag geen andere bestemming gegeven worden dan deze voorzien door de verordening op de begraafplaatsen en door de verleende concessie.
Lopende altijddurende concessies
De door nog lopende altijddurende concessies verworven rechten, die op wettelijke wijze werden verkregen, worden gerespecteerd binnen de voorwaarden van het decreet van 16 januari 2004, zijn uitvoeringsbesluiten en onderhavig reglement.
Hernieuwing van lopende altijddurende concessies
Telkens na 50 jaar en zonder retributie, kan de altijddurende concessie op aanvraag van enige belanghebbende hernieuwd worden voor een nieuwe periode van 50 jaar.
Voor de hernieuwing wordt dezelfde procedure toegepast als voor de hernieuwing van niet-eeuwigdurende concessies zonder bijzetting, zie Art. 13 §1.
De bekendmaking omtrent het hernieuwen van deze concessies gebeurt door gedurende 1 jaar voorafgaand aan het verlopen van de concessie aan het betreffende graf en de ingang van de begraafplaats de bekendmaking hiervan te plaatsen. Optioneel kan ook een bekendmaking gebeuren in het infoblad en op de gemeentelijke website.
De aanvraag tot hernieuwing moet ingediend worden:
Is geen aanvraag om hernieuwing ingediend vóór het vervallen van de concessie, dan vervalt de concessie.
Afmetingen van de concessieruimten
De concessieruimten hebben volgende afmetingen:
Aanwending van de concessie
§ 1. Eenzelfde concessie mag slechts aangewend worden voor de concessionaris begunstigde, zijn echtgenoot en zijn bloed- of aanverwanten, en voor de leden van één of meer religieuze gemeenschappen, evenals voor de personen die ieder hun wil daartoe schriftelijk hebben te kennen gegeven aan de gemeenteoverheid overeenkomstig onderhavig reglement.
§ 2. Voor het bijzetten van een boventallige kleine kist of urne in een concessie wordt een retributie gevraagd. Kosten voor het openen vallen ook ten laste van de aanvrager.
§ 3. De concessieruimten zijn slechts aanwendbaar binnen de volgende beperkingen:
Graftekens op concessies
§ 1. Grafkelder en grafteken moeten op de geconcedeerde grond aanwezig blijven tijdens de volle concessietermijn.
§ 2. Bij het oprichten van een grafteken is het uitdrukkelijk verboden enig lijk te verplaatsen.
§ 3. Wanneer in opdracht van de concessiehouder werken uitgevoerd worden aan zijn/haar graf is deze ertoe gehouden eventuele schade aangebracht aan het graf van derden te doen herstellen.
§ 4. Grafmonumenten op de gemeentelijke urnenvelden zijn uniform.
Het grafmonument bestaat uit: een zuil, een vloerplaat en een grafopschrift.
De grafmonumenten moeten worden uitgevoerd volgens het plan in bijlage van dit reglement. Het grafopschrift mag uitsluitend aangebracht worden in de zone aangeduid op het plan in bijlage van dit reglement.
Hoofdstuk IV: WIJZIGINGEN TIJDENS DE CONCESSIETERMIJN
Gedwongen terugneming
Ingeval van gedwongen terugneming van een geconcedeerd perceel wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheid, kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding en heeft hij enkel recht op het kosteloos bekomen van een perceel van identieke afmetingen. De kosten van overbrenging, herplaatsen of herbouwen van zowel stoffelijke resten als graftekens en grafkelders, zijn in dit geval ten laste van de gemeente.
Sluiting van de begraafplaats
In geval van sluiting en/of wijziging van de bestemming van de begraafplaats kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding. In geval van sluiting van de begraafplaats kan de concessiehouder enkel aanspraak maken op het kosteloos bekomen van een perceel grond/nis van identieke afmetingen als de bestaande concessieruimte, op een andere begraafplaats.Verstrijken van concessie
Wanneer een concessie verstrijkt om eender welke reden, worden de niet weggenomen graftekens, de nog bestaande ondergrondse constructies en de columbariumnissen de eigendom van de gemeente vanaf het verstrijken van de door het College van Burgemeester en Schepenen gestelde termijn voor verwijdering.
Hoofdstuk V: ONTGRAVINGEN
Voorafgaande machtiging
Behalve op bevel van de rechterlijke overheid mag niet tot ontgraving worden overgegaan zonder voorafgaande machtiging van de burgemeester. De aanvraag tot ontgraving moet door de nabestaande schriftelijk worden gericht aan de Burgemeester. Alle kosten verbonden aan een ontgraving zijn ten laste van de aanvrager.
Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de Burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving in zijn gemeente vooraleer het stoffelijk overschot wordt ontgraven.
Verplaatsing van een stoffelijk overschot naar nieuwe kelder, columbarium of urnenveld
Deze aanvraag tot nieuwe concessie (30 jaar) dient overeenkomstig de bepalingen te worden gericht aan het college.
De aanvragers dienen zelf in te staan voor alle kosten (ondermeer ontgraving, concessie, ev. retributie) gepaard gaande met dergelijke verplaatsing.
Tijdstippen – aanwezigheid
De ontgravingen hebben plaats op dag en uur in gemeenschappelijk overleg vastgesteld tussen familie en Burgemeester of diens gemachtigde.
Er moet tot een ontgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker en van een gemachtigde die door de Burgemeester is aangesteld en die er verslag van opmaakt.
Hoofdstuk VI: GRAFTEKENS, BOUW- EN BEPLANTINGSWERKZAAMHEDEN – UITVOERING VAN BEGRAVINGEN
Uitsluitend de door de gemeente aangestelde is ertoe bevoegd:
Begraving in niet-geconcedeerde grond
Een niet-geconcedeerd graf wordt volgens het decreet minimum 10 jaar bewaard. De begravingen in niet-geconcedeerde grond geschieden in doorlopende volgorde en zijn ten laste van de aanvrager met uitzondering van de behoeftigen conform art. 14 van het decreet op de lijkbezorging die ten laste komen van gemeente/OCMW. Het niet-geconcedeerd begraven is enkel voorbehouden voor inwoners van de gemeente.
Wanneer niet-geconcedeerde gronden worden ontruimd, dan zal een afschrift van de beslissing tot ontruiming gedurende 1 jaar voor het vervallen van begravingstermijn bekend gemaakt worden aan het betrokken graf en/of in de nabijheid van het te ontruimen perceel en aan de ingang van de begraafplaats. Optioneel kan ook een bekendmaking gebeuren in het infoblad en op de gemeentelijke website.
Hoofdstuk VII: OPTREDEN VAN DE GEMEENTE
De grafkelders, columbariumnissen en urnenhouders maken geen integrerend deel uit van de concessies.
Voor de grafkelders, columbariumnissen en urnenhouders die geplaatst werden door de gemeente wordt aan de concessionarissen een retributie gevraagd.
De instandhouding van werken uitgevoerd in strijd met onderhavig reglement alsook de werken uitgevoerd zonder inachtneming van de grenzen van de concessieruimte, wordt op bevel van de Burgemeester geschorst.
De afbraak der werken en het herstel in de oorspronkelijke toestand, kan door de Burgemeester bevolen worden, op kosten van de betrokkene.
Het onderhoud van de graven berust op de belanghebbenden. Bij verwaarlozing en niet herstelling kan de gemeente een einde maken aan de concessie, overeenkomstig de procedure door artikel 10 van het decreet van 16 januari 2004 voorzien.
Verwaarlozing wordt geconstateerd in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde. De akte wordt een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling kan het college van burgemeester en schepenen een einde maken aan de concessie.
Gronden waarin tijdens de laatste tien jaar lijken werden begraven, kunnen voor concessie niet in aanmerking komen (grafrust).
Hoofdstuk VIII: SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Retro-actieve rechtzetting
De nog lopende concessies blijven uitwerking behouden volgens de hieronder opgesomde bepalingen :
Duur | Startdatum | Einde Concessie | ||
Concessie aangegaan vanaf 01.01.2015 | 30 jaar | Datum Collegebeslissing | 30 jaar na datum Collegebeslissing | |
Concessie aangegaan tussen 01.01.1995 en 31.12.2014 | 50 jaar | Datum Collegebeslissing | 50 jaar na datum Collegebeslissing | |
Concessie aangegaan vóór 01.01.1995 | 50 jaar | Datum Collegebeslissing | Onderscheid afhankelijk van datum | |
Laatste bijzetting vóór 01.01.1995: concessie eindigt 50 jaar nà datum laatste bijzetting. | Laatste bijzetting vanaf 01.01.1995: concessie eindigt op 31.12.2044 |
Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement, worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen.
Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op 01 januari 2021.
De gemeente Langemark-Poelkapelle heft een belasting op de afgifte van administratieve stukken. Het huidig belastingsreglement op de afgifte van administratieve stukken, goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019, voor de aanslagjaren 2020-2025, dient opgeheven en opnieuw vastgesteld met ingang van 1 januari 2021.
In bijgevoegde tabel vindt u een overzicht van de administratieve stukken die kunnen worden afgegeven, met respectievelijk de belasting die per stuk wordt gevraagd.
De aanpassingen staan in het rood aangeduid en komen er naar aanleiding van:
Deze belasting is een noodzakelijke aanvulling op de inkomsten in kader van de financiële toestand van de gemeente.
De gemeente Langemark-Poelkapelle heft een belasting op de afgifte van administratieve stukken. Het huidig belastingsreglement op de afgifte van administratieve stukken, goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019, voor de dienstjaren 2020-2025, dient opgeheven en opnieuw vastgesteld met ingang van 1 januari 2021.
De tarieven zijn opgenomen in bijlage bij dit besluit.
De belasting valt ten laste van personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.
De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij niet betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
De aan de belasting onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot het bekomen van één of ander stuk indienen, moeten op het ogenblik van hun aanvraag het bedrag van de belasting in bewaring geven indien dit document niet onmiddellijk bij de aanvraag kan worden afgegeven.
De stukken, welke krachtens een wet, een koninklijk besluit, of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven, zijn van belasting vrijgesteld.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaarschrift indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van contante betaling.
Op 15/10/2020 zijn eerder vermelde lestijden in verschillende ambten vacant in GBS Bikschooltje. Dit werd bevestigd/goedgekeurd in het ABOC van 26/10/2020.
Jaarlijks worden op scholengemeenschapsniveau de vacantverklaringen gebundeld. Alle personeelsleden van de scholengemeenschap SPOOR 6 worden op de hoogte gebracht van de uren waarin kan vastbenoemd worden. De vaste benoemingen gaan in op 1/1/2021.
(Toepassing van artikel 33 van het “Decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs” van 27 maart 1991)
Bij toepassing van de bepalingen van artikel 33, § 1 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde CLB-centra en in uitvoering van de beslissing van de colleges van burgemeester en schepenen
Bij uitvoering (betreffende de wijze van berichtgeving) van het arbeidsreglement van iedere school van de scholengemeenschap.
Op 15/10/2020 zijn er in GBS Bikschooltje: 2/24 kleuteronderwijzer, 4/24 RKG, 1/36 ICT en 5/36 zorgcoördinator vacant.
Decreet lokaal bestuur
Artikel 43 van het Decreet Lokaal Bestuur:
De gezamenlijke akte van voordracht kan ook de einddatum van het mandaat van een kandidaat-schepen vermelden. In dat geval kan op de akte van voordracht de naam vermeld worden van een of meer personen die hem zullen opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat. In voorkomend geval is de schepen bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld. Als het mandaat eindigt voor de einddatum, vermeld in de akte, of als de persoon die in de akte van voordracht werd vermeld als de persoon die de schepen zou opvolgen, zijn mandaat niet opneemt, neemt de eerstvolgende opvolger vervroegd het mandaat op. Als de persoon die als laatste opvolger is vermeld, het mandaat niet kan opnemen of als er geen opvolger is vermeld, wordt tot vervanging overgegaan overeenkomstig artikel 49.
In de gemeenteraad van 4 januari 2019 legde dhr Johan Vanysacker de eed af als schepen. In de voordrachtsakte waarvan in deze zitting werd kennisgenomen, gaf dhr Vanysacker te kennen dat hij zijn ambt als schepen wenste neer te leggen op 1 januari 2021.
Dhr Eddy Vanacker werd aangeduid als opvolger en neemt vanaf 1 januari 2021 het mandaat van schepen op tot het einde van deze legislatuur. De voorgedragen opvolger moet ononderbroken blijven voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.
De raad wordt gevraagd om de geloofsbrieven van dhr Eddy Vanacker goed te keuren en kennis te nemen van zijn eedaflegging in handen van de burgemeester.
De gemeenteraad keurt de geloofsbrieven van dhr Eddy Vanacker goed.
De Raad neemt akte van de eedaflegging van dhr Eddy Vanacker in handen van de burgemeester.
De gemeenteraad neemt akte.