Terug Raad voor Maatschappelijk Welzijn

ma 27/01/2020 - 20:00 Gemeentehuis

Openbare zitting

Verslag vorige zitting

Algemeen Bestuur

Onthaal en Administratie

  • Mevrouw Jacqueline Mostaert diende op 16 december 2019 haar ontslag in als raadslid.

    Artikel 13 van het decreet lokaal bestuur stelt: Het gemeenteraadslid dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt. Het lid van de gemeenteraad blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.

    Artikel 70 van het decreet lokaal bestuur stelt: De verhindering, het ontslag en het verval van het mandaat van gemeenteraadslid houden van rechtswege de verhindering, het ontslag en het verval van het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn in.

    De gemeenteraad nam hiervan akte in zitting van 27 januari 2020. De raad voor maatschappelijk welzijn wordt ook gevraagd hiervan akte te nemen.

  • Ten gevolge het ontslag van mevr. Jacqueline Mostaert wordt een vervangend raadslid aangesteld.

    Artikel 14. van het decreet lokaal bestuur stelt: Het gemeenteraadslid dat afstand doet van zijn mandaat, dat van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, dat als verhinderd wordt beschouwd, dat ontslag genomen heeft, of dat overleden is, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011. De geloofsbrieven worden onderzocht overeenkomstig artikel 6, § 3. De vervanger legt de eed af in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

    Artikel 68 §1 van het decreet lokaal bestuur stelt: Door het onderzoek van de geloofsbrieven en de erop volgende eedaflegging van de gemeenteraadsleden, vermeld in artikel 6, § 3, en artikel 14, worden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van rechtswege als geïnstalleerd beschouwd.

    De eerste opvolger, mevr. Doris Dereyne, wenst haar mandaat op te nemen, voldoet aan alle voorwaarden en kan bijgevolg als raadslid aangesteld worden. Zij legde haar eed af in de gemeenteraad van 27 januari 2020. De raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om hier akte van te nemen.

  • Dhr Johan Vannoote, raadslid, kwam op 7 januari 2020 te overlijden. 

    Artikel 14 van het decreet lokaal bestuur stelt: Het gemeenteraadslid dat afstand doet van zijn mandaat, dat van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, dat als verhinderd wordt beschouwd, dat ontslag genomen heeft, of dat overleden is, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.De geloofsbrieven worden onderzocht overeenkomstig artikel 6, § 3. De vervanger legt de eed af in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

    De gemeenteraad nam hiervan akte in zitting van 27 januari 2020. De raad voor maatschappelijk welzijn wordt ook gevraagd hiervan akte te nemen.

  • Mevrouw Doris Dereyne diende op 7 januari 2020 haar ontslag in als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.

    Artikel 103 van het decreet lokaal bestuur stelt: Het lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn de kennisgeving ontvangt. Het lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.

    De raad wordt gevraagd akte te nemen van het ontslag van mevr. Doris Dereyne.

  • Ten gevolge het ontslag van mevr. Doris Dereyne als lid van het Bijzonder Comité Sociale Dienst wordt een vervangend lid aangesteld.

    Artikel 98 § 1 van het decreet lokaal bestuur stelt: De verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van wie de geloofsbrieven door de raad voor maatschappelijk welzijn zijn goedgekeurd, leggen, voor ze hun mandaat aanvaarden, de volgende eed af in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.". In geval van algehele vernieuwing van het bijzonder comité voor de sociale dienst vindt de eedaflegging plaats tijdens de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aansluitend op de installatievergadering van de gemeenteraad. Die eedaflegging vindt plaats in openbare vergadering. Elke andere eedaflegging gebeurt alleen ten overstaan van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en in aanwezigheid van de algemeen directeur. Daarvan wordt een proces-verbaal opgemaakt dat ondertekend wordt door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en door de algemeen directeur en dat aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt bezorgd.

    De eerste opvolger, Dhr Dominique Vanpeteghem, wenst zijn mandaat op te nemen, voldoet aan alle voorwaarden en kan bijgevolg als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst aangesteld worden. 

  • Dhr Tristan Bruynsteen diende op 13 januari 2020 zijn ontslag in als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.

    Artikel 103 van het decreet lokaal bestuur stelt: Het lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn de kennisgeving ontvangt. Het lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.

    De raad wordt gevraagd akte te nemen van het ontslag van dhr Tristan Bruynsteen.

  • Ten gevolge het ontslag van dhr Tristan Bruynsteen als lid van het Bijzonder Comité Sociale Dienst wordt een vervangend lid aangesteld.

    Artikel 98 § 1 van het decreet lokaal bestuur stelt: De verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van wie de geloofsbrieven door de raad voor maatschappelijk welzijn zijn goedgekeurd, leggen, voor ze hun mandaat aanvaarden, de volgende eed af in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.". In geval van algehele vernieuwing van het bijzonder comité voor de sociale dienst vindt de eedaflegging plaats tijdens de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aansluitend op de installatievergadering van de gemeenteraad. Die eedaflegging vindt plaats in openbare vergadering. Elke andere eedaflegging gebeurt alleen ten overstaan van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en in aanwezigheid van de algemeen directeur. Daarvan wordt een proces-verbaal opgemaakt dat ondertekend wordt door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en door de algemeen directeur en dat aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt bezorgd.

    De eerste opvolger, mevr Heidi Coppenolle, wenst haar mandaat op te nemen, voldoet aan alle voorwaarden en kan bijgevolg als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst aangesteld worden. 

  • Mevr Katty De Jaeger, lid van het Bijzonder Comité Sociale Dienst, kwam op 9 januari 2020 te overlijden. 

    Artikel 14 van het decreet lokaal bestuur stelt: Het gemeenteraadslid dat afstand doet van zijn mandaat, dat van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, dat als verhinderd wordt beschouwd, dat ontslag genomen heeft, of dat overleden is, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.De geloofsbrieven worden onderzocht overeenkomstig artikel 6, § 3. De vervanger legt de eed af in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

    De raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd hiervan akte te nemen.

Financiële dienst

  • Het decreet lokaal bestuur bepaalt in artikel 266 dat de voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom onderworpen zijn aan een voorafgaand visum van de financieel directeur.

    De financieel directeur onderzoekt, in het kader van zijn opdracht als vermeld in artikel 177, eerste lid, 1°, de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen financiële verbintenissen.

    De gemeenteraad bepaalde op 29/04/2019 de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle in het kader van de visumverplichting uitoefent.

    De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid aan de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn, het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau over de uitvoering van zijn taak van voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen. Tegelijkertijd wordt een afschrift van het rapport ter beschikking gesteld aan de algemeen directeur (art. 177). Het rapport werd in bijlage toegevoegd.

Leven

Sociale dienst

  • Sinds midden 2017 kreeg de regio Westhoek middelen toegewezen via het Ministerieel Besluit van 28 april 2017 houdende de toekenning van een subsidie aan de centrumsteden, OCMW-verenigingen en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor de uitvoering van de regierol op het vlak van de sociale economie. Gedurende 2,5 jaar werd een subsidie (personeels- en werkingssubsidie) toegekend aan dit samenwerkingsverband. Gezien er toen bij de aanvraag nog geen Dienstverlenende Vereniging Westhoek was opgericht, trad Stad Diksmuide op als beherende partner voor het Samenwerkingsverband Regierol SE Westhoek.

    Via de omzendbrief van Minister Homans van 17/12/2018 werd de open oproep gelanceerd voor de ‘Regierol voor de steden en gemeenten op het vlak van de lokale sociale economie voor de beleidsperiode 2020-2025’. Daarin staat omschreven dat intergemeentelijke samenwerkingsverbanden opnieuw kunnen intekenen voor de Vlaamse subsidie en dit tegen 15/01/2020. De inhoudelijke en financiële verdelingscriteria blijven dezelfde als tijdens de vorige beleidsperiode (2014-2019).

  • De samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Inburgering en Integratie voor sociaal tolken en vertalen moet worden vernieuwd. 

Woonzorgcentrum

Woonzorgcentrum

  • Het woonzorgdecreet regelt de thuiszorg en residentiële ouderenzorg. Op 15 februari 2019 werd een nieuw woonzorgdecreet goedgekeurd, waarvoor de Vlaamse regering, op 28 juni 2019, de uitvoeringsbesluiten goedkeurde. 

    Bijlage 11 van het decreet, bespreekt de woonzorgcentra. Hierin staat onder andere dat elk centrum een schriftelijke overeenkomst en een interne afsprakennota moet opstellen.   Er zijn een aantal wijzigingen ten opzichte van het vorige woonzorgdecreet van 13/03/2009.    De afsprakennota en schriftelijke overeenkomst van woonzorgcentrum De Boomgaard werden dan ook aangepast, conform de nieuwe reglementering.  Door het tekenen van de schriftelijke overeenkomst, verklaart een nieuwe bewoner/gebruiker van het centrum voor kortverblijf of herstelverblijf dan ook akkoord te gaan met de afspraken, die genoteerd staan in de afsprakennota.   

Vragen en antwoord


Publicaties