De aanvullende belasting op de personenbelasting (APB) wordt gevestigd als een percentage op de inkomstenbelastingen, die geregeld, gevestigd, en ingevorderd worden door de federale overheid.
De aanvullende belasting op de personenbelasting wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 behouden op 8%.
De belasting is een noodzakelijke aanvulling op de inkomsten van het bestuur in kader van de financiële toestand van de gemeente.
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
De belasting wordt vastgesteld op 8% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.