De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting op onroerende goederen. In Vlaanderen wordt de onroerende voorheffing sinds 1 juli 1999 geïnd door de Vlaamse Belastingdienst. De onroerende voorheffing wordt berekend op het (geïndexeerde) kadastraal inkomen (KI) van het onroerend goed.
De voorheffing bestaat uit 3 delen:
De gemeente bepaalt zelf hoeveel opcentiemen ze heft. Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden de opcentiemen op de onroerende voorheffing behouden op 1.196.
De belasting is een noodzakelijke aanvulling op de inkomsten van het bestuur in kader van de financiële toestand van de gemeente.
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden ten bate van de gemeente 1.196 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.