2019_GR_00159 - Plattelandsmotie - Goedkeuring

Alle plattelandsgemeenten voeren een beleid waarbij gezocht wordt naar manieren om het platteland “zuurstof” te geven. We geloven er immers in dat een goed plattelandsbeleid met een juiste financiering vanuit het gemeentefonds de instandhouding van de open ruimte ten goede zal komen. Het Vlaamse beleid daarentegen richt zich eerder op het versterken van verstedelijking en biedt onvoldoende ondersteuning voor een sterk plattelandsbeleid. De laatste periode merken we zelfs dat iemand als de Vlaamse Bouwmeester die bovendien aangesteld is door de Vlaamse Regering vooral uitblinkt in het diaboliseren van het platteland. Ook de invoering van een totaal oneerlijke Mobiscore voor het platteland maakt onze inwoners ronduit ongerust.

 

De gemeenteraad van Glabbeek stelt het volgende vast:

• Reeds vele jaren zijn de investeringen in openbaar vervoer op het platteland zeer laag. Er worden nog extra buslijnen afgeschaft en ook belbussen zullen in de toekomst niet meer rijden, tenzij de gemeente wil opdraaien voor de kosten. Het aanbod van De Lijn in meerdere van onze deelgemeenten is onaanvaardbaar.
• Het ruimtelijk beleid vanuit Vlaanderen is meer en meer gericht op de leegloop van het platteland. De Vlaamse Overheid en de Vlaamse Bouwmeester willen vooral bereiken dat wonen en werken moet afgestemd worden op het openbaar vervoer. Op die manier wordt het platteland opnieuw benadeeld. Want men schaft eerst het openbaar vervoer af om dan te zeggen dat er geen openbaar vervoer is waardoor wonen en werken daar niet meer kunnen.
• De Mobiscore is nefast en totaal oneerlijk voor het platteland. De Vlaamse Bouwmeester, de man die iedereen in de stad wil laten wonen, is zeer enthousiast over de invoering van de Mobiscore waarbij voor elke woning berekend kan worden hoe goed voorzieningen voor openbaar vervoer, onderwijs, winkels en diensten, ontspanning, sport en cultuur, gezondheid en zorg, te voet of met de fiets bereikbaar zijn. Volgens de Bouwmeester is de impact van slecht gelegen woningen op onze ecologische voetafdruk enorm. Maar als je de kaart van de Mobiscore op de kaart met die van de luchtkwaliteit in Vlaanderen legt, dan stel je het omgekeerde vast. Het is net ongezond om overal dichtbij te wonen. Dat is trouwens een van de redenen waarom heel wat Vlamingen liever op het platteland wonen dan in de stad. Opmerkelijk in de berekening van deze Mobiscore is dat vooral iedereen die op het platteland woont een slecht gelegen woning heeft. En nog oneerlijker is dat er amper onderscheid is in de Mobiscore van woningen gelegen in de kernen of de buitengebieden van de plattelandsgemeenten. We roepen daarom de Vlaamse overheid op om de ontwikkeling van de woonfunctie op het platteland en de door het platteland geleverde ecosysteemdiensten positiever te waarderen en beter te financieren.
• Vlaamse plattelandsgemeenten beschikken over een beperktere fiscale basis om eigen middelen te genereren. Vlaamse plattelandsgemeenten schuiven twee instrumenten naar voor om de financiële slagkracht van plattelandsgemeenten te vergroten: het herzien van het gemeentefonds enerzijds en de waardering van ecosysteemdiensten anderzijds. De Vlaamse overheid wordt opgeroepen om de wijze waarop open ruimte in het gemeentefonds vergoed wordt te herzien. Open ruimte wordt schaarser en komt steeds meer onder druk te staan. Bovendien worden gemeenten voor het verwerven van inkomsten steeds verder gedwongen om deze open ruimte aan te snijden. Enkel een volwaardige compensatie vanuit het gemeentefonds kan dit voorkomen. En net zoals centrumsteden vergoed worden voor de functies die zij vervullen t.a.v. de bredere samenleving, dienen ook ecosysteemdiensten, geleverd door het platteland, erkend en gewaardeerd te worden. De natuur, de open ruimte, de rust, de stilte, … die worden aangeboden zijn van cruciaal belang voor de bredere samenleving. Dit wordt trouwens bevestigd door de principes van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, waarin tegelijk gepleit wordt voor een verdichting in woonkernen en het vrijwaren en veilig stellen van de open ruimte.
• Volgens demografische voorspellingen zal de bevolking en de woonnood in Vlaanderen de komende decennia verder toenemen. Naast de stedelijke centra zijn ook de dorpen en kernen van plattelandsgemeenten uitstekend geplaatst om een duurzaam perspectief te bieden voor het opvangen van de uitbreiding van de woonfunctie. Er is een grote nood aan goede modellen op maat om ook de dorpskernen van die plattelandsgemeenten te versterken zodat ze een duurzaam woonalternatief kunnen vormen voor zowel wonen in de stad als wonen op het platteland. Dorpskernversterking kan dus de open ruimte in stand houden en tegelijk oplossingen bieden voor de sociale verdringing op het platteland. Met het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV) wenst men de verder ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden te enten op de aanwezige mobiliteitsvoorzieningen waardoor landelijke steden en dorpen in een neerwaartse spiraal dreigen terecht te komen. Er is nood aan Vlaams ruimtelijk beleid dat duurzame ontwikkelingsmogelijkheden creëert op het platteland en dit kan enkel door er een vervoeraanbod in stand te houden én te ontwikkelen.