Terug
Gepubliceerd op 13/05/2019

2019_GR_00102 - Begraafplaatsen - Wijzigen van het gemeentelijk reglement inzake de concessies op de begraafplaatsen - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 29/04/2019 - 19:00 Raadzaal De Bron
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Jos Meersch, Lieven Vanbelleghem, Marleen Soete, José Victoor, Robert Barthier, Peter Vantomme, Johan Vanysacker, Dominique Cool, Eddy Vanacker, Jacqueline Mostaert, Jean-Marie Callewaert, Koen Bentein, Christoph Deraeve, Claudine Muylle, Johan Vannoote, Brecht Bogaert, Leen Louwagie, Nicole Louwagie, Laurent Hoornaert, Sabine De Wandel

Secretaris

Sabine De Wandel

Voorzitter

Jos Meersch

Stemming op het agendapunt

2019_GR_00102 - Begraafplaatsen - Wijzigen van het gemeentelijk reglement inzake de concessies op de begraafplaatsen - Goedkeuring
Goedgekeurd

Aanwezig

Jos Meersch, Lieven Vanbelleghem, Marleen Soete, José Victoor, Robert Barthier, Peter Vantomme, Johan Vanysacker, Dominique Cool, Eddy Vanacker, Jacqueline Mostaert, Jean-Marie Callewaert, Koen Bentein, Christoph Deraeve, Claudine Muylle, Johan Vannoote, Brecht Bogaert, Leen Louwagie, Nicole Louwagie, Laurent Hoornaert, Sabine De Wandel
Stemmen voor 19
José Victoor, Koen Bentein, Marleen Soete, Robert Barthier, Peter Vantomme, Johan Vanysacker, Dominique Cool, Eddy Vanacker, Claudine Muylle, Johan Vannoote, Brecht Bogaert, Leen Louwagie, Nicole Louwagie, Laurent Hoornaert, Jacqueline Mostaert, Jean-Marie Callewaert, Christoph Deraeve, Lieven Vanbelleghem, Jos Meersch
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2019_GR_00102 - Begraafplaatsen - Wijzigen van het gemeentelijk reglement inzake de concessies op de begraafplaatsen - Goedkeuring 2019_GR_00102 - Begraafplaatsen - Wijzigen van het gemeentelijk reglement inzake de concessies op de begraafplaatsen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

8a08e5925082ef9901508532e3490b4d

Juridische grond

  • De nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, §2;
  • Het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij het decreet van 10 november 2005, 18 april 2008, 9 december 2011, 22 februari 2013, 28 maart 2014 en 28 oktober 2016
  • Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid artikel 41
  • Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2005.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 13 maart 2006 inzake het reglement op het gebruik van het urnenveld
  • Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2014 betreffende het gemeentelijk reglement inzake de concessies op de gemeentelijke Begraafplaatsen
  • Gemeenteraadsbeslissing van 7 maart 2016 inzake het retributiereglement op de gemeentelijke Begraafplaatsen, gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2019

Aanleiding en context

Recent werd een sterretjesweide aangelegd met een herdenkingsmonument op de begraafplaats te Langemark.
De sterretjesweide is een herdenkingszone voor niet levensvatbare geboren kinderen/foetussen. De sterretjesweide omvat een strooiweide en een herdenkingsmonument met zones voor het bevestigen van een herdenkingssterretje. Aan het herdenkingsmonument kan een uniform sterretje aangebracht worden ongeacht er een uitstrooiing heeft plaatsgevonden in de sterretjesweide. Het sterretje wordt door de gemeente gratis ter beschikking gesteld. 

Om alle bepalingen hieromtrent op te nemen dient zowel het gemeentelijk reglement als het retributiereglement op de begraafplaatsen aangepast.

In het reglement wordt aansluitend ook een bepaling opgenomen omtrent de kinderbegraafplaats.  
Voor kinderen (vanaf 12 jaar) tot de leeftijd van 18 jaar, waarvan minstens één van de ouders in de gemeente is gedomicilieerd, kan een gratis concessie van 30 jaar bekomen worden, eveneens voor het columbarium of urnenveld. Deze concessies zijn uitsluitend bestemd voor kinderen. Indien er naderhand bijzettingen gewenst zijn, dient een concessie aangekocht te worden.

Eveneens wordt in het reglement de termijn van begraving niet meer beperkt tot uiterlijk de 7de dag. 

Regelgeving bevoegdheid

De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.
<p>De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.</p>

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

  1. Kelderconcessie: de concessie op grond voor begraving van lijken en asurnen in grafkelder;
  2. Nisconcessie: de concessie op een columbariumnis;
  3. Urnenconcessie: de concessie op grond voor begraving van een asurn in een urnenhouder;
  4. Sterretjesweide: een zone aangelegd ter nagedachtenis van levenloos geboren kinderen

Artikel 2

Hoofdstuk I: VASTSTELLING VAN OVERLIJDEN EN LIJKBEZORGING

Artikel 3

Aangiftetermijn

Elk overlijden in de gemeente, alsook elke ontdekking van een overledene op het grondgebied van de gemeente moet onverwijld worden aangegeven op de dienst Burgerzaken.

Artikel 4

Ambtshalve gerechtigden:

Komen ambtshalve in aanmerking voor begraving, as verstrooiing en bijzetting van asurn op de gemeentelijke begraafplaatsen:

  1. Overleden of dood aangetroffen op het grondgebied
  2. Overleden of dood aangetroffen buiten het grondgebied, maar bij overlijden ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister
  3. Begunstigden van een concessie
  4. De personen die dit in hun laatste wilsbeschikking hebben opgenomen
  5. Levenloos geboren kinderen op verzoek van de ouders

Artikel 5

Gerechtigden bij uitbreiding:

  1. Alleenstaanden waarvan de ouders in de gemeente gedomicilieerd of begraven zijn
  2. Inwoners van Ieper (Zuidschote), behorend tot parochie Bikschote en inwoners van Houthulst, behorend tot parochie Madonna.
  3. Gewezen inwoners die minstens 30 jaar in het bevolkingsregister ingeschreven waren

Artikel 6

Termijn van begraving:

De begraving of crematie heeft plaats minstens 24 uur na overlijden.

Artikel 7

Hoofdstuk II. DE CONCESSIES

Artikel 8

Bevoegdheden

§ 1. De begraving van een stoffelijk overschot in een kelder, de begraving van een asurn in een urnenhouder en de bijzetting van een asurn in een columbarium maken deel uit van een concessie.

§2. De concessies worden verleend door het College van Burgemeester en Schepen onder de in dit huishoudelijk reglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag. Ze worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen.

§3. De voor concessie in aanmerking genomen gronden worden aangewend, per categorie, in strikte volgorde per concessie en zonder discontinuïteit.

§4. Reservatie van een concessie bij leven is niet toegelaten.

Artikel 9

Concessieaanvraag

De concessieaanvraag en de vraag tot hernieuwing van concessie worden schriftelijk ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen, op een bijzonder daartoe bestemd formulier ter beschikking gesteld bij de dienst Burgerzaken.

Behalve in het geval dat de begunstigde lid is van een religieuze gemeenschap, vermeldt de aanvraag de identiteit van de persoon of personen in wiens voordeel ze wordt ingediend (concessiebegunstigde) en wordt ze voor akkoord ondertekend door de aanvrager en de andere begunstigden, indien minstens één van deze noch de echtgenoot, noch bloed- of aanverwant, is, noch een feitelijk gezin vormde.

Artikel 10

Concessietermijn

Nieuwe concessies worden verleend voor 30 jaar.

Artikel 11

Toezegging en ingangsdatum

§ 1. De concessie wordt verleend tegen de in onderhavig reglement en de in het retributiereglement gestelde voorwaarden, bij beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die aan de aanvrager wordt betekend nà betaling ervan. Eventuele weigering van concessie wordt op dezelfde wijze betekend.

§ 2. De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 12

Hernieuwing van concessie – aanvragen en termijnen

Voor de hernieuwing van een concessie moet een onderscheid gemaakt worden tussen een hernieuwing zonder bijzetting (wanneer concessie reeds volzet is) en een hernieuwing bij bijzetting of wanneer de laatste bijzetting nog moet gebeuren.

Artikel 13

Hernieuwing van concessie – aanvragen en termijnen

Voor de hernieuwing van een concessie moet een onderscheid gemaakt worden tussen een hernieuwing zonder bijzetting (wanneer concessie reeds volzet is) en een hernieuwing bij bijzetting of wanneer de laatste bijzetting nog moet gebeuren.

§1. Hernieuwing zonder bijzetting:

Wanneer de concessie reeds volzet is (begunstigden van de concessie zijn overleden), kunnen op aanvraag ingediend door enige belanghebbende, opeenvolgende hernieuwingen van concessie toegestaan worden.

De aanvraag tot hernieuwing moet ingediend worden:

  • vóór het verstrijken van de oorspronkelijke concessietermijn, wanneer het gaat om een eerste vernieuwing;
  • vóór het verstrijken van de hernieuwde concessie wanneer het niet om een eerste hernieuwing gaat.

Is geen aanvraag om hernieuwing ingediend vóór het vervallen van de concessie, dan vervalt de concessie.

De termijn van de opeenvolgende concessie bedraagt hierbij telkens 10 jaar.

§2. Hernieuwing, bij bijzetting in een lopende concessie

De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie. Hierbij is er de mogelijkheid om een nieuwe concessie te nemen van dezelfde duur van de oorspronkelijke concessie (30 jaar). Bij deze hernieuwing is de toepasselijke retributie verschuldigd, eventueel verminderd met een som in verhouding tot de nog te lopen tijd van de oorspronkelijke concessietermijn, volgens artikel 8 van het decreet van 16 januari 2004. 

§3.  Hernieuwing – uitzondering indien laatste bijzetting nog moet gebeuren

Een aanvraag tot hernieuwing van de concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessie of de hernieuwing ervan.
Wanneer een hernieuwing zich opdringt maar de laatste bijzetting nog moet gebeuren, is er alsnog de mogelijkheid om vóór het verstrijken van de oorspronkelijke concessietermijn:

  • een nieuwe concessie te nemen van dezelfde duur van de oorspronkelijke concessie (30 jaar) 
  • of een hernieuwing van de concessie aan te vragen (10 jaar) 

Artikel 14

Toezegging van de hernieuwing en ingangsdatum :

  • De toezegging van de hernieuwing wordt aan de aanvrager betekend in de vorm vastgesteld bij art. 11 §1.
  • Elke hernieuwing wordt toegekend tegen de tarieven en voorwaarden zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.
  • De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 15

Kinderbegraafplaats
Op iedere begraafplaats in onze gemeente is er een kinderbegraafplaats voorzien en dit voor het stoffelijk overschot van levenloos geboren kinderen en kinderen jonger dan 12 jaar. In deze zone worden geen grafkelders geplaatst.

Voor kinderen (vanaf 12 jaar) tot de leeftijd van 18 jaar, waarvan minstens één van de ouders in de gemeente is gedomicilieerd, kan een gratis concessie van 30 jaar bekomen worden, eveneens voor het columbarium of urnenveld. Deze concessies zijn uitsluitend bestemd voor kinderen. Indien er naderhand bijzettingen gewenst zijn, dient een concessie aangekocht te worden.

Artikel 16

Sterretjesweide begraafplaats Langemark

De sterretjesweide is een herdenkingszone voor niet levensvatbare geboren kinderen/foetussen.
De sterretjesweide omvat een strooiweide en een herdenkingsmonument met zones voor het bevestigen van een herdenkingssterretje.
De gemeente staat in voor de aanleg en het onderhoud van de sterretjesweide. Op dit perceeltje mogen dan ook enkel de door de gemeente voorziene tekens worden aangebracht.
Aan het herdenkingsmonument kan daarom, ook retroactief, een uniform sterretje aangebracht worden ongeacht er een uitstrooiing heeft plaatsgevonden in de sterretjesweide. Het sterretje wordt door de gemeente gratis ter beschikking gesteld.
Het sterretje wordt enkel op vraag van de ouders aangebracht. De gemeente voorziet de mogelijkheid om een gravure (naam + datum) aan te brengen in het sterretje. Met het oog op uniformiteit staat de gemeente in voor de aanmaak alsook de bevestiging. De ouders worden door de gemeente op de hoogte gebracht van zodra het sterretje geplaatst is. De aanvraag dient te gebeuren bij de dienst Burgerzaken.
De ouders kunnen dit sterretje, indien gewenst, na verloop van tijd mee krijgen mits hiervoor een aanvraag te doen.

Artikel 17

Betaling van de concessie, hernieuwing en retributie

De concessie, de hernieuwingen ervan en de retributie zijn verschuldigd op de datum van de aanvraag van de concessie of hernieuwing van de concessie.
Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering geschieden overeenkomstig de bepalingen van artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Artikel 18

Hoofdstuk III: RECHTEN EN PLICHTEN VERBONDEN AAN DE CONCESSIES

Artikel 19

Aard en bestemming der concessies

§ 1. Het verlenen van een concessie, van welke aard ook, houdt in hoofde van de gemeente noch verkoop in noch verhuring.

§ 2. De verleende concessies zijn onoverdraagbaar.

§ 3. Aan de geconcedeerde grond mag geen andere bestemming gegeven worden dan deze voorzien door de verordening op de begraafplaatsen en door de verleende concessie.

Artikel 20

Lopende altijddurende concessies

De door nog lopende altijddurende concessies verworven rechten, die op wettelijke wijze werden verkregen, worden gerespecteerd binnen de voorwaarden van het decreet van 16 januari 2004, zijn uitvoeringsbesluiten en onderhavig reglement.

Artikel 21

Hernieuwing van lopende altijddurende concessies

Telkens na 50 jaar en zonder retributie, kan de altijddurende concessie op aanvraag van enige belanghebbende hernieuwd worden. De eerste aanvraag om hernieuwing moet ingediend worden binnen de twee jaar, ingaande bij het verstrijken van het vijftigste jaar van de concessie. Bij het verstrijken van het eerste jaar van deze tweejarige termijn, maakt de Burgemeester of de door hem gemachtigde schepen, een akte op waarbij de belanghebbenden eraan herinnerd worden dat zij, willen ze hun rechten behouden, een aanvraag om hernieuwing moeten doen toekomen bij het College van Burgemeester en Schepenen vóór de datum in die akte bepaald.

Deze akte wordt toegezonden aan de persoon die de aanvraag heeft ingediend of, na zijn overlijden, aan één van zijn erfgenamen of rechthebbenden. Bovendien blijft een afschrift van die akte minstens één jaar lang bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats aangeplakt.

Is geen aanvraag om hernieuwing gedaan, dan vervalt de concessie.

Artikel 22

Afmetingen van de concessieruimten

De concessieruimten hebben volgende afmetingen:

  1. Kelderconcessie: 2 m x 1 m
  2. Nisconcessie: kubus met zijde van ca. 40 cm
  3. Urnenconcessie: 75 cm op 75 cm

Artikel 23

Aanwending van de concessie

§ 1. Eenzelfde concessie mag slechts aangewend worden voor de concessionaris begunstigde, zijn echtgenoot en zijn bloed- of aanverwanten, en voor de leden van één of meer religieuze gemeenschappen, evenals voor de personen die ieder hun wil daartoe schriftelijk hebben te kennen gegeven aan de gemeenteoverheid overeenkomstig onderhavig reglement.

§ 2. Voor het bijzetten van een boventallige kleine kist of urne in een concessie wordt een retributie gevraagd. Kosten voor het openen vallen ook ten laste van de aanvrager.

§ 3. De concessieruimten zijn slechts aanwendbaar binnen de volgende beperkingen:

  • Kelderconcessie: maximum 2 of 3 kisten afhankelijk van de aangekochte kelder. Hierbij kan max. 1 extra of boventallige kleine kist of max. 2 boventallige urnen bijgeplaatst worden  
  • Nisconcessie: maximum 2 urnen.  Hierbij kan  max. 1 extra of boventallige urne bijgeplaatst worden.  
  • Urnenconcessie in urnenveld : maximum 2 urnen. Hierbij kunnen max. 2 extra of boventallige urnen bijgeplaatst worden.  

Artikel 24

Graftekens op concessies

§ 1. Grafkelder en grafteken moeten op de geconcedeerde grond aanwezig blijven tijdens de volle concessietermijn.

§ 2. Bij het oprichten van een grafteken is het uitdrukkelijk verboden enig lijk te verplaatsen.

§ 3. Wanneer in opdracht van de concessiehouder werken uitgevoerd worden aan zijn/haar graf is deze ertoe gehouden eventuele schade aangebracht aan het graf van derden te doen herstellen.

§ 4. Grafmonumenten op de gemeentelijke urnenvelden zijn uniform.

Het grafmonument bestaat uit: een zuil, een vloerplaat en een grafopschrift.

De grafmonumenten moeten worden uitgevoerd volgens het plan in bijlage van dit reglement. Het grafopschrift mag uitsluitend aangebracht worden in de zone aangeduid op het plan in bijlage van dit reglement.

Artikel 25

Hoofdstuk IV: WIJZIGINGEN TIJDENS DE CONCESSIETERMIJN

Artikel 26

Gedwongen terugneming

Ingeval van gedwongen terugneming van een geconcedeerd perceel wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheid, kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding en heeft hij enkel recht op het kosteloos bekomen van een perceel van identieke afmetingen. De kosten van overbrenging, herplaatsen of herbouwen van zowel stoffelijke resten als graftekens en grafkelders, zijn in dit geval ten laste van de gemeente.

Artikel 27

Sluiting van de begraafplaats

In geval van sluiting van de begraafplaats kan de concessiehouder enkel aanspraak maken op het kosteloos bekomen van een perceel grond van identieke afmetingen als de bestaande concessieruimte, op de nieuwe begraafplaats.

Artikel 28

Verstrijken van concessie

Wanneer een concessie verstrijkt om eender welke reden, worden de niet weggenomen graftekens, de nog bestaande ondergrondse constructies en de columbariumnissen de eigendom van de gemeente vanaf het verstrijken van de door het College van Burgemeester en Schepenen gestelde termijn voor verwijdering.

Artikel 29

Hoofdstuk V: ONTGRAVINGEN

Artikel 30

Voorafgaande machtiging

Behalve op bevel van de rechterlijke overheid mag niet tot ontgraving worden overgegaan zonder voorafgaande machtiging van de burgemeester. De aanvraag tot ontgraving moet door de nabestaande schriftelijk worden gericht aan de Burgemeester. Alle kosten verbonden aan een ontgraving zijn ten laste van de aanvrager.

Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de Burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving in zijn gemeente vooraleer het stoffelijk overschot wordt ontgraven.

Artikel 31

Verplaatsing van een stoffelijk overschot naar nieuwe kelder, columbarium of urnenveld

Deze aanvraag tot nieuwe concessie (30 jaar) dient overeenkomstig de bepalingen te worden gericht aan het college.
De aanvragers dienen zelf in te staan voor alle kosten (ondermeer ontgraving, concessie, ev. retributie) gepaard gaande met dergelijke verplaatsing. 

Artikel 32

Tijdstippen – aanwezigheid

De ontgravingen hebben plaats op dag en uur in gemeenschappelijk overleg vastgesteld tussen familie en Burgemeester of diens gemachtigde.
Er moet tot een ontgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker en van een gemachtigde die door de Burgemeester is aangesteld en die er verslag van opmaakt.

Artikel 33

Hoofdstuk VI: GRAFTEKENS, BOUW- EN BEPLANTINGSWERKZAAMHEDEN - UITVOERING VAN BEGRAVINGEN

Artikel 34

Uitsluitend de door de gemeente aangestelde is ertoe bevoegd:

  1. Een graf te delven voor begravingen of bijzettingen in volle grond;
  2. De as uit te strooien;
  3. Bestaande grafkelders te openen en te sluiten
  4. De kist in de kuil of de grafkelder te plaatsen. De urn in de kuil of het columbarium/urnenveld te plaatsen;

De afdekplaat van een columbarium/urnenveld te openen en af te sluiten

Artikel 35

Begraving in niet-geconcedeerde grond

De begravingen in niet-geconcedeerde grond geschieden in doorlopende volgorde en zijn ten laste van de aanvrager met uitzondering van de behoeftigen conform art. 14 van het decreet op de lijkbezorging die ten laste komen van gemeente/OCMW . De herneming van grafkuilen heeft ten vroegste plaats bij het verstrijken van het tiende jaar na de begraving.

Bij herneming van grafkuilen worden de namen van de betrokken overledenen aan de ingang van de begraafplaats en het graf afgekondigd.

Artikel 36

Hoofdstuk VII: OPTREDEN VAN DE GEMEENTE

Artikel 37

De grafkelders, columbariumnissen en urnenhouders maken geen integrerend deel uit van de concessies.
Voor de grafkelders, columbariumnissen en urnenhouders die geplaatst werden door de gemeente wordt aan de concessionarissen een retributie gevraagd.

Artikel 38

De instandhouding van werken uitgevoerd in strijd met onderhavig reglement alsook de werken uitgevoerd zonder inachtneming van de grenzen van de concessieruimte, wordt op bevel van de Burgemeester geschorst.

De afbraak der werken en het herstel in de oorspronkelijke toestand, kan door de Burgemeester bevolen worden, op kosten van de betrokkene.

Artikel 39

Het onderhoud van de graven berust op de belanghebbenden. Bij verwaarlozing en niet herstelling kan de gemeente een einde maken aan de concessie, overeenkomstig de procedure door artikel 10 van het decreet van 16 januari 2004 voorzien.

Verwaarlozing wordt geconstateerd in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde. De akte wordt een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling kan het college van burgemeester en schepenen een einde maken aan de concessie.

Artikel 40

Gronden waarin tijdens de laatste tien jaar lijken werden begraven, kunnen voor concessie niet in aanmerking komen (grafrust).

Artikel 41

Hoofdstuk VIII: SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 42

Retro-actieve rechtzetting

De nog lopende concessies blijven uitwerking behouden volgens de hieronder opgesomde bepalingen :

 

Duur

Startdatum

Einde Concessie

Concessie aangegaan vanaf 01.01.2015

30 jaar

Datum Collegebeslissing

30 jaar na datum Collegebeslissing

Concessie aangegaan tussen 01.01.1995 en 31.12.2014

50 jaar

Datum Collegebeslissing

50 jaar na datum Collegebeslissing

Concessie aangegaan vóór 01.01.1995

50 jaar

 

Datum Collegebeslissing

Onderscheid afhankelijk van datum laatste bijzetting:

Laatste bijzetting vóór 01.01.1995:

concessie eindigt 50 jaar nà datum laatste bijzetting.

Laatste bijzetting vanaf 01.01.1995: concessie eindigt op 31.12.2044

Artikel 43

Voor de concessies, die reeds verstreken zijn vóór 1 januari 2015, gaat de hernieuwingsperiode ten vroegste in op 1 januari 2015.

Artikel 44

Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement, worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen.
Dit reglement treedt in werking op 30 april 2019.