Recent werd een sterretjesweide aangelegd met een herdenkingsmonument op de begraafplaats te Langemark.
De sterretjesweide is een herdenkingszone voor niet levensvatbare geboren kinderen/foetussen. De sterretjesweide omvat een strooiweide en een herdenkingsmonument met zones voor het bevestigen van een herdenkingssterretje. Aan het herdenkingsmonument kan een uniform sterretje aangebracht worden ongeacht er een uitstrooiing heeft plaatsgevonden in de sterretjesweide. Het sterretje wordt door de gemeente gratis ter beschikking gesteld.
Om alle bepalingen hieromtrent op te nemen dient zowel het gemeentelijk reglement als het retributiereglement op de begraafplaatsen aangepast.
In het reglement wordt aansluitend ook een bepaling opgenomen omtrent de kinderbegraafplaats.
Voor kinderen (vanaf 12 jaar) tot de leeftijd van 18 jaar, waarvan minstens één van de ouders in de gemeente is gedomicilieerd, kan een gratis concessie van 30 jaar bekomen worden, eveneens voor het columbarium of urnenveld. Deze concessies zijn uitsluitend bestemd voor kinderen. Indien er naderhand bijzettingen gewenst zijn, dient een concessie aangekocht te worden.
Eveneens wordt in het reglement de termijn van begraving niet meer beperkt tot uiterlijk de 7de dag.
Begripsbepalingen
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Hoofdstuk I: VASTSTELLING VAN OVERLIJDEN EN LIJKBEZORGING
Aangiftetermijn
Elk overlijden in de gemeente, alsook elke ontdekking van een overledene op het grondgebied van de gemeente moet onverwijld worden aangegeven op de dienst Burgerzaken.
Ambtshalve gerechtigden:
Komen ambtshalve in aanmerking voor begraving, as verstrooiing en bijzetting van asurn op de gemeentelijke begraafplaatsen:
Gerechtigden bij uitbreiding:
Termijn van begraving:
De begraving of crematie heeft plaats minstens 24 uur na overlijden.
Hoofdstuk II. DE CONCESSIES
Bevoegdheden
§ 1. De begraving van een stoffelijk overschot in een kelder, de begraving van een asurn in een urnenhouder en de bijzetting van een asurn in een columbarium maken deel uit van een concessie.
§2. De concessies worden verleend door het College van Burgemeester en Schepen onder de in dit huishoudelijk reglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag. Ze worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen.
§3. De voor concessie in aanmerking genomen gronden worden aangewend, per categorie, in strikte volgorde per concessie en zonder discontinuïteit.
§4. Reservatie van een concessie bij leven is niet toegelaten.
Concessieaanvraag
De concessieaanvraag en de vraag tot hernieuwing van concessie worden schriftelijk ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen, op een bijzonder daartoe bestemd formulier ter beschikking gesteld bij de dienst Burgerzaken.
Behalve in het geval dat de begunstigde lid is van een religieuze gemeenschap, vermeldt de aanvraag de identiteit van de persoon of personen in wiens voordeel ze wordt ingediend (concessiebegunstigde) en wordt ze voor akkoord ondertekend door de aanvrager en de andere begunstigden, indien minstens één van deze noch de echtgenoot, noch bloed- of aanverwant, is, noch een feitelijk gezin vormde.
Concessietermijn
Nieuwe concessies worden verleend voor 30 jaar.
Toezegging en ingangsdatum
§ 1. De concessie wordt verleend tegen de in onderhavig reglement en de in het retributiereglement gestelde voorwaarden, bij beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die aan de aanvrager wordt betekend nà betaling ervan. Eventuele weigering van concessie wordt op dezelfde wijze betekend.
§ 2. De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen.
Hernieuwing van concessie – aanvragen en termijnen
Voor de hernieuwing van een concessie moet een onderscheid gemaakt worden tussen een hernieuwing zonder bijzetting (wanneer concessie reeds volzet is) en een hernieuwing bij bijzetting of wanneer de laatste bijzetting nog moet gebeuren.
Hernieuwing van concessie – aanvragen en termijnen
Voor de hernieuwing van een concessie moet een onderscheid gemaakt worden tussen een hernieuwing zonder bijzetting (wanneer concessie reeds volzet is) en een hernieuwing bij bijzetting of wanneer de laatste bijzetting nog moet gebeuren.
§1. Hernieuwing zonder bijzetting:
Wanneer de concessie reeds volzet is (begunstigden van de concessie zijn overleden), kunnen op aanvraag ingediend door enige belanghebbende, opeenvolgende hernieuwingen van concessie toegestaan worden.
De aanvraag tot hernieuwing moet ingediend worden:
Is geen aanvraag om hernieuwing ingediend vóór het vervallen van de concessie, dan vervalt de concessie.
De termijn van de opeenvolgende concessie bedraagt hierbij telkens 10 jaar.
§2. Hernieuwing, bij bijzetting in een lopende concessie
De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie. Hierbij is er de mogelijkheid om een nieuwe concessie te nemen van dezelfde duur van de oorspronkelijke concessie (30 jaar). Bij deze hernieuwing is de toepasselijke retributie verschuldigd, eventueel verminderd met een som in verhouding tot de nog te lopen tijd van de oorspronkelijke concessietermijn, volgens artikel 8 van het decreet van 16 januari 2004.
§3. Hernieuwing – uitzondering indien laatste bijzetting nog moet gebeuren
Een aanvraag tot hernieuwing van de concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessie of de hernieuwing ervan.
Wanneer een hernieuwing zich opdringt maar de laatste bijzetting nog moet gebeuren, is er alsnog de mogelijkheid om vóór het verstrijken van de oorspronkelijke concessietermijn:
Toezegging van de hernieuwing en ingangsdatum :
Kinderbegraafplaats
Op iedere begraafplaats in onze gemeente is er een kinderbegraafplaats voorzien en dit voor het stoffelijk overschot van levenloos geboren kinderen en kinderen jonger dan 12 jaar. In deze zone worden geen grafkelders geplaatst.
Voor kinderen (vanaf 12 jaar) tot de leeftijd van 18 jaar, waarvan minstens één van de ouders in de gemeente is gedomicilieerd, kan een gratis concessie van 30 jaar bekomen worden, eveneens voor het columbarium of urnenveld. Deze concessies zijn uitsluitend bestemd voor kinderen. Indien er naderhand bijzettingen gewenst zijn, dient een concessie aangekocht te worden.
Sterretjesweide begraafplaats Langemark
De sterretjesweide is een herdenkingszone voor niet levensvatbare geboren kinderen/foetussen.
De sterretjesweide omvat een strooiweide en een herdenkingsmonument met zones voor het bevestigen van een herdenkingssterretje.
De gemeente staat in voor de aanleg en het onderhoud van de sterretjesweide. Op dit perceeltje mogen dan ook enkel de door de gemeente voorziene tekens worden aangebracht.
Aan het herdenkingsmonument kan daarom, ook retroactief, een uniform sterretje aangebracht worden ongeacht er een uitstrooiing heeft plaatsgevonden in de sterretjesweide. Het sterretje wordt door de gemeente gratis ter beschikking gesteld.
Het sterretje wordt enkel op vraag van de ouders aangebracht. De gemeente voorziet de mogelijkheid om een gravure (naam + datum) aan te brengen in het sterretje. Met het oog op uniformiteit staat de gemeente in voor de aanmaak alsook de bevestiging. De ouders worden door de gemeente op de hoogte gebracht van zodra het sterretje geplaatst is. De aanvraag dient te gebeuren bij de dienst Burgerzaken.
De ouders kunnen dit sterretje, indien gewenst, na verloop van tijd mee krijgen mits hiervoor een aanvraag te doen.
Betaling van de concessie, hernieuwing en retributie
De concessie, de hernieuwingen ervan en de retributie zijn verschuldigd op de datum van de aanvraag van de concessie of hernieuwing van de concessie.
Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering geschieden overeenkomstig de bepalingen van artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Hoofdstuk III: RECHTEN EN PLICHTEN VERBONDEN AAN DE CONCESSIES
Aard en bestemming der concessies
§ 1. Het verlenen van een concessie, van welke aard ook, houdt in hoofde van de gemeente noch verkoop in noch verhuring.
§ 2. De verleende concessies zijn onoverdraagbaar.
§ 3. Aan de geconcedeerde grond mag geen andere bestemming gegeven worden dan deze voorzien door de verordening op de begraafplaatsen en door de verleende concessie.
Lopende altijddurende concessies
De door nog lopende altijddurende concessies verworven rechten, die op wettelijke wijze werden verkregen, worden gerespecteerd binnen de voorwaarden van het decreet van 16 januari 2004, zijn uitvoeringsbesluiten en onderhavig reglement.
Hernieuwing van lopende altijddurende concessies
Telkens na 50 jaar en zonder retributie, kan de altijddurende concessie op aanvraag van enige belanghebbende hernieuwd worden. De eerste aanvraag om hernieuwing moet ingediend worden binnen de twee jaar, ingaande bij het verstrijken van het vijftigste jaar van de concessie. Bij het verstrijken van het eerste jaar van deze tweejarige termijn, maakt de Burgemeester of de door hem gemachtigde schepen, een akte op waarbij de belanghebbenden eraan herinnerd worden dat zij, willen ze hun rechten behouden, een aanvraag om hernieuwing moeten doen toekomen bij het College van Burgemeester en Schepenen vóór de datum in die akte bepaald.
Deze akte wordt toegezonden aan de persoon die de aanvraag heeft ingediend of, na zijn overlijden, aan één van zijn erfgenamen of rechthebbenden. Bovendien blijft een afschrift van die akte minstens één jaar lang bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats aangeplakt.
Is geen aanvraag om hernieuwing gedaan, dan vervalt de concessie.
Afmetingen van de concessieruimten
De concessieruimten hebben volgende afmetingen:
Aanwending van de concessie
§ 1. Eenzelfde concessie mag slechts aangewend worden voor de concessionaris begunstigde, zijn echtgenoot en zijn bloed- of aanverwanten, en voor de leden van één of meer religieuze gemeenschappen, evenals voor de personen die ieder hun wil daartoe schriftelijk hebben te kennen gegeven aan de gemeenteoverheid overeenkomstig onderhavig reglement.
§ 2. Voor het bijzetten van een boventallige kleine kist of urne in een concessie wordt een retributie gevraagd. Kosten voor het openen vallen ook ten laste van de aanvrager.
§ 3. De concessieruimten zijn slechts aanwendbaar binnen de volgende beperkingen:
Graftekens op concessies
§ 1. Grafkelder en grafteken moeten op de geconcedeerde grond aanwezig blijven tijdens de volle concessietermijn.
§ 2. Bij het oprichten van een grafteken is het uitdrukkelijk verboden enig lijk te verplaatsen.
§ 3. Wanneer in opdracht van de concessiehouder werken uitgevoerd worden aan zijn/haar graf is deze ertoe gehouden eventuele schade aangebracht aan het graf van derden te doen herstellen.
§ 4. Grafmonumenten op de gemeentelijke urnenvelden zijn uniform.
Het grafmonument bestaat uit: een zuil, een vloerplaat en een grafopschrift.
De grafmonumenten moeten worden uitgevoerd volgens het plan in bijlage van dit reglement. Het grafopschrift mag uitsluitend aangebracht worden in de zone aangeduid op het plan in bijlage van dit reglement.
Hoofdstuk IV: WIJZIGINGEN TIJDENS DE CONCESSIETERMIJN
Gedwongen terugneming
Ingeval van gedwongen terugneming van een geconcedeerd perceel wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheid, kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding en heeft hij enkel recht op het kosteloos bekomen van een perceel van identieke afmetingen. De kosten van overbrenging, herplaatsen of herbouwen van zowel stoffelijke resten als graftekens en grafkelders, zijn in dit geval ten laste van de gemeente.
Sluiting van de begraafplaats
In geval van sluiting van de begraafplaats kan de concessiehouder enkel aanspraak maken op het kosteloos bekomen van een perceel grond van identieke afmetingen als de bestaande concessieruimte, op de nieuwe begraafplaats.
Verstrijken van concessie
Wanneer een concessie verstrijkt om eender welke reden, worden de niet weggenomen graftekens, de nog bestaande ondergrondse constructies en de columbariumnissen de eigendom van de gemeente vanaf het verstrijken van de door het College van Burgemeester en Schepenen gestelde termijn voor verwijdering.
Hoofdstuk V: ONTGRAVINGEN
Voorafgaande machtiging
Behalve op bevel van de rechterlijke overheid mag niet tot ontgraving worden overgegaan zonder voorafgaande machtiging van de burgemeester. De aanvraag tot ontgraving moet door de nabestaande schriftelijk worden gericht aan de Burgemeester. Alle kosten verbonden aan een ontgraving zijn ten laste van de aanvrager.
Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de Burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving in zijn gemeente vooraleer het stoffelijk overschot wordt ontgraven.
Verplaatsing van een stoffelijk overschot naar nieuwe kelder, columbarium of urnenveld
Deze aanvraag tot nieuwe concessie (30 jaar) dient overeenkomstig de bepalingen te worden gericht aan het college.
De aanvragers dienen zelf in te staan voor alle kosten (ondermeer ontgraving, concessie, ev. retributie) gepaard gaande met dergelijke verplaatsing.
Tijdstippen – aanwezigheid
De ontgravingen hebben plaats op dag en uur in gemeenschappelijk overleg vastgesteld tussen familie en Burgemeester of diens gemachtigde.
Er moet tot een ontgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker en van een gemachtigde die door de Burgemeester is aangesteld en die er verslag van opmaakt.
Hoofdstuk VI: GRAFTEKENS, BOUW- EN BEPLANTINGSWERKZAAMHEDEN - UITVOERING VAN BEGRAVINGEN
Uitsluitend de door de gemeente aangestelde is ertoe bevoegd:
De afdekplaat van een columbarium/urnenveld te openen en af te sluiten
Begraving in niet-geconcedeerde grond
De begravingen in niet-geconcedeerde grond geschieden in doorlopende volgorde en zijn ten laste van de aanvrager met uitzondering van de behoeftigen conform art. 14 van het decreet op de lijkbezorging die ten laste komen van gemeente/OCMW . De herneming van grafkuilen heeft ten vroegste plaats bij het verstrijken van het tiende jaar na de begraving.
Bij herneming van grafkuilen worden de namen van de betrokken overledenen aan de ingang van de begraafplaats en het graf afgekondigd.
Hoofdstuk VII: OPTREDEN VAN DE GEMEENTE
De grafkelders, columbariumnissen en urnenhouders maken geen integrerend deel uit van de concessies.
Voor de grafkelders, columbariumnissen en urnenhouders die geplaatst werden door de gemeente wordt aan de concessionarissen een retributie gevraagd.
De instandhouding van werken uitgevoerd in strijd met onderhavig reglement alsook de werken uitgevoerd zonder inachtneming van de grenzen van de concessieruimte, wordt op bevel van de Burgemeester geschorst.
De afbraak der werken en het herstel in de oorspronkelijke toestand, kan door de Burgemeester bevolen worden, op kosten van de betrokkene.
Het onderhoud van de graven berust op de belanghebbenden. Bij verwaarlozing en niet herstelling kan de gemeente een einde maken aan de concessie, overeenkomstig de procedure door artikel 10 van het decreet van 16 januari 2004 voorzien.
Verwaarlozing wordt geconstateerd in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde. De akte wordt een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling kan het college van burgemeester en schepenen een einde maken aan de concessie.
Gronden waarin tijdens de laatste tien jaar lijken werden begraven, kunnen voor concessie niet in aanmerking komen (grafrust).
Hoofdstuk VIII: SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Retro-actieve rechtzetting
De nog lopende concessies blijven uitwerking behouden volgens de hieronder opgesomde bepalingen :
|
Duur |
Startdatum |
Einde Concessie |
|
Concessie aangegaan vanaf 01.01.2015 |
30 jaar |
Datum Collegebeslissing |
30 jaar na datum Collegebeslissing |
|
Concessie aangegaan tussen 01.01.1995 en 31.12.2014 |
50 jaar |
Datum Collegebeslissing |
50 jaar na datum Collegebeslissing |
|
Concessie aangegaan vóór 01.01.1995 |
50 jaar
|
Datum Collegebeslissing |
Onderscheid afhankelijk van datum laatste bijzetting: |
|
Laatste bijzetting vóór 01.01.1995: concessie eindigt 50 jaar nà datum laatste bijzetting. |
Laatste bijzetting vanaf 01.01.1995: concessie eindigt op 31.12.2044 |
Voor de concessies, die reeds verstreken zijn vóór 1 januari 2015, gaat de hernieuwingsperiode ten vroegste in op 1 januari 2015.
Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement, worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen.
Dit reglement treedt in werking op 30 april 2019.