Een eretitel is een onderscheiding tot beloning van een langdurige en eervolle loopbaan voor een schepen of raadslid van de gemeente.
De raad kan de eretitels van de schepenen of raadsleden toekennen onder de voorwaarden die hij bepaalt. In het verleden zijn deze titels toegekend aan:
Toekenning | Naam | Raadslid | Schepen | Titel |
2007 | Daniël Vanlerberghe |
|
| Ere-schepen |
2013 | Dirk Deraeve | 1989-2012 | 1993-2012 | Ere-schepen |
2015 | Luc Maddelein | 1983-2006 | 2001-2006 | Ere-raadslid |
2019 | Luc Vandamme | 2001-2018 | 2007-2012 | Ere-schepen |
2019 | Antoon Verstraete | 1983-2018 | 1995-2000 | Ere-schepen |
2019 | Frank Gheeraert | 2001-2018 | 2013-2018 | Ere-schepen |
2021 | Johan Vanysacker | 2001-2020 | 2001-2020 | Ere-schepen |
De raad stelt voor om het toekennen van eretitels via een reglement te regelen. De toekenning van een eretitel aan burgemeesters is een bevoegdheid van de Vlaamse Regering.
De raad keurt het reglement voor het toekennen van eretitels aan mandatarissen en raadsleden goed.
Artikel 1.
De raad kan aan gewezen mandatarissen de machtiging verlenen om de titel van ereraadslid of erevoorzitter te dragen.
Artikel 2.
Voor de titel ereraadslid moet de gewezen mandataris minstens 18 jaar hebben gezeteld (gemeenteraad of raad maatschappelijk welzijn) en van onberispelijk gedrag zijn.
Voor de titel van ereschepen of erevoorzitter moet de gewezen mandataris minstens 18 jaar hebben gezeteld (gemeenteraad of raad maatschappelijk welzijn) waarvan minstens 5 jaar als schepen of voorzitter en van onberispelijk gedrag zijn.
De schepen van rechtswege heeft de keuze tussen de eretitel van ereschepen of de eretitel van erevoorzitter.
De titel van ereschepen heeft voorrang op de titel van ereraadslid. Beide titels kunnen niet samen gedragen worden.
Artikel 3.
Voor de berekening van de vereiste mandaatjaren worden de periodes van wettelijke verhindering meegerekend. Een volledige legislatuur wordt voor 6 jaar meegerekend.
Artikel 4.
Onder onberispelijk gedrag dient te worden verstaan het ontbreken van een strafrechtelijke of tuchtrechtelijke veroordeling.
Als na de toekenning van de titel de betrokkene een strafrechtelijke of tuchtrechtelijke veroordeling oploopt, kan de raad de titel intrekken.
Artikel 5.
De eretitel mag niet gevoerd worden als de betrokkene nadien een politiek ambt opneemt in een gemeente.
Artikel 6.
De aanvraag tot het bekomen van een eretitel kan uitgaan van:
Artikel 7.
Aan de machtiging tot het voeren van een titel van ereraadslid of ereschepen zijn geen voordelen verbonden.
Artikel 8.
Dit reglement treedt in werking op 17 februari 2025.