Context
Het tracé van voetweg 98 (Donkerweg) heeft zich in de loop van de jaren verlegd t.a.v. het tracé zoals het in de atlas van de buurtwegen (1841) opgenomen is:
Door de verplaatsing van de brug lopen het gebruikte tracé en de wettelijke voetweg niet langer met elkaar gelijk. De rooilijn wordt met de realiteit in overeenstemming gebracht. Het tracé wordt ook een stuk fietsvriendelijker door de bochten af te ronden.
Openbaar onderzoek
De gemeenteraad heeft de nieuwe rooilijn voorlopig vastgesteld op 11 december 2023.
Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 5 januari 2024 tot en met 4 februari 2024. Alle aangelanden werden aangeschreven en het openbaar onderzoek werd op de gebruikelijke wijzen aangekondigd.
Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend. Eén aanpalende landbouwer uitte mondeling zijn bezorgdheid over de toegankelijkheid van zijn perceel vanop de voetweg en vroeg om geen haag te planten tussen de voetweg en zijn perceel.
Het perceel 381C wordt wordt samen met perceel 380 uitgebaat en beschikt al over 4 opritten langs de Melkweg. Zelfs al zou er een haag aangeplant worden, dan kan nog altijd een opening voorzien worden zodat ook vanuit voetweg 98 een toegang mogelijk is.
Adviezen
Provinciale Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid is voorwaardelijk gunstig.
"Geldende regelgeving:
Beschrijving van de vergunningsaanvraag:
Het tracé van voetweg 98 (Donkerweg) heeft zich in de loop van de jaren verlegd t.a.v. het tracé zoals het in de atlas van de buurtwegen (1841) opgenomen is:
Door de verplaatsing van de brug lopen het gebruikte tracé en de wettelijke voetweg niet langer met elkaar gelijk. De rooilijn wordt met de realiteit in overeenstemming gebracht. Het tracé wordt ook een stuk fietsvriendelijker door de bochten af te ronden.
Het nieuwe tracé is grotendeels auto-arm.
Gegevens en bemerkingen met betrekking tot de watertoets
Gegevens en bemerkingen met betrekking tot de waterloop
Volgens art. 17 van de wet op de ‘Onbevaarbare Waterlopen’, daterend van 28 december 1967, zijn de aangelanden, gebruikers en eigenaars van kunstwerken, verplicht doorgang te verlenen, de nodige materialen, gereedschap en werktuigen voor de uitvoering van werken te laten plaatsen, en ook producten die voortkomen van de ruimingswerken binnen een 5-meterstrook vanaf de oever te aanvaarden.
Ook in art. 6 van het decreet van Het Vlaams Parlement van 19 juli 2013 tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het “integraal waterbeleid” worden de onderhoudsstrook en de rechten en plichten van de aangelanden naast de waterloop uitgebreid beschreven.
1) Vrije strook 5 m
Langs de waterloop dient in alle omstandigheden vanaf de oeverrand (open profiel) of vanaf de rand van de overwelving (gesloten profiel) steeds een vijf meter brede strook volledig vrij te blijven van elke bebouwing en aanplantingen (rekening houdend met de te verwachten volume van de aanplantingen) zodat de toegang tot de waterloop onder meer voor personen en materieel bij uitvoering van werken aan deze waterloop altijd is verzekerd.
Ook opslag of tijdelijke opslag mag niet in de 5m-strook (indien van toepassing).
2) Afrasteringen
De afrasteringen in de langsrichting van de beek dienen geplaatst op
Bij afrasteringen in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop dienen de nodige voorzieningen getroffen om een vrije doorgang binnen de 5 m. strook mogelijk te maken door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4 m.
3) Onderhoudslast
De bestaande erfdienstbaarheid met betrekking tot de onderhoudslast van de waterloop blijft behouden.
De provincie kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade aan de verharding aangelegd binnen de 5m-strook t.g.v. onderhoudswerken aan de waterloop.
De provincie kan niet instaan voor de kosten voor het verwijderen van maai- en ruimingsspecie die normaal binnen de 5m-strook mag worden gedeponeerd.
4) Grondbewerkingen
Het bewerken van de grond gelegen langs een ingeschreven waterloop mag slechts vanop een afstand van 1 m vanaf de taludinsteek van de waterloop.
5) (Her)aanplanting
Bij (her)aanplantingen langs de betrokken waterloop dienen de bomen, omwille van het mechanisch onderhoud van de waterloop, min. 12 meter van elkaar te staan, geplant op 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop. De bestaande bomen mogen niet ontworteld worden om schade aan het talud te voorkomen.
6) Ophogingen
Ophogingen binnen de 5 m-onderhoudsstrook worden niet toegelaten. Teneinde onderhoudswerken aan de waterloop uit te voeren dient de onderhoudsstrook vanaf de huidige taludinsteek een vlak verloop (horizontaal) te hebben en dit over de volledige breedte van deze 5 m-onderhoudsstrook. (huidige taludinsteek = plaats van de kop van de talud zoals nu vastgesteld).
7) Toekomstige ontwikkelingen
Onze dienst wenst hierbij tevens op te merken dat ook bij verdere ontwikkelingen op het terrein deze regelgeving ten allen tijde dient nageleefd te worden.
De 5m-erfdienstbaarheidszone wordt gerekend vanaf de taludinsteek. Er moet vertrokken worden vanuit de bestaande situatie.
De Martjevaart/Steenbeek met nr. WY.7.3. vormt één van de belangrijkste waterlopen op het grondgebied van Langemark-Poelkapelle. Het is niet ondenkbaar dat de huidige taludinsteek van de waterloop zich met de tijd gaat verleggen (meer projectinwaarts/minder projectinwaarts). Cf. de beginselen en doelstellingen uit het Decreet Integraal Waterbeleid kan het niet de bedoeling zijn om de natuurlijke bedding van de waterloop ‘in te betonneren’.
Op betrokken locatie is op linkeroever van de waterloop een captatiemogelijkheid (4 aanzuigpunten). Het gemeentebestuur moet er zich van bewust van zijn dat in periodes met omvangrijke irrigatiebehoefte er zeker conflictsituaties tussen tractoren en zwakke weggebruikers zullen optreden; met problemen van o.a. veiligheid tot gevolg. Ook zal aangelegde voetweg-infrastructuur zwaar te lijden krijgen. (foto van tractoren bij vulpunten in het advies in bijlage)
Advies Dienst Integraal Waterbeleid met betrekking tot de watertoets en de waterlopen:
Het advies van onze dienst voor voorliggende aanvraag is VOORWAARDELIJK GUNSTIG. Er dient rekening gehouden te worden met bovenstaande voorwaarden."
Advies van de Deputatie van West-Vlaanderen
Het advies van de Deputatie van West-Vlaanderen is voorwaardelijk gunstig.
"Het tracé van voetweg 98 (Donkerweg) heeft zich in de loop van de jaren verlegd t.a.v. het tracé zoals het in de atlas van de buurtwegen (1841) opgenomen is:
Door de verplaatsing van de brug lopen het gebruikte tracé en de wettelijke voetweg niet langer met elkaar gelijk. De rooilijn wordt met de realiteit in overeenstemming gebracht. Het tracé wordt ook een stuk fietsvriendelijker door de bochten af te ronden.
Het nieuwe tracé is grotendeels auto-arm.
In bijlage treft u het voorwaardelijk gunstig advies van de Provinciale Dienst Integraal Waterbeleid.
Advies:
Het advies voor voorliggende aanvraag is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.
Er dient rekening gehouden te worden met de voorwaarden uit het advies van de Provinciale Dienst Integraal Waterbeleid.'"
Departement Omgeving
Het departement Omgeving werd via het Loket Lokale besturen om advies gevraagd. Het departement heeft geen advies uitgebracht.
Toetsing aan de principes uit het gemeentewegendecreet
De aanvraag tot gedeeltelijke opheffing van voetweg 98 wordt in dit besluit verder getoetst aan de principes van het gemeentewegendecreet.
1° algemeen belang
De verplaatsing van de rooilijn zorgt ervoor dat:
2° motivering vanuit een globale visie op trage wegen in de gemeente
De milieuraad heeft een adviesnota gemaakt over de trage wegen in de gemeente. De verlegging past in dit kader (zie 11A). Het nieuwe tracé laat toe om een fietsvriendelijke uitbreiding van de weg te realiseren, zoals het deel dat tijdens de werken aan de dorpskernvernieuwing werd verbreed. Het laat een fietsvriendelijke route tussen het dorpscentrum en het bufferbekken vanwaar kan aangesloten worden op de functionele fietsroutes richting Ieper en Boezinge.
Het juridische tracé sluit maximaal aan op het historische tracé en de kortste weg. Om trage weggebruikers toe te leiden naar een veiliger oversteekpunt op de Melkweg wordt een deel van de toegangsweg naar de aanzuigplek, aangelegd in comfortabeler asfalt.
3° verkeersveiligheid
4° gemeentegrensoverschrijdend perspectief
Het te verplaatsen tracé ligt volledig op het grondgebied van Langemark-Poelkapelle. De verplaatsing heeft geen impact op het wegennet van andere gemeenten.
5° Watertoets
Bij werken zal het advies van de dienst Waterlopen gevolgd worden worden. Er lijkt op het eerste zicht geen tegenspraak tussen het advies en de geplande werken (bvb. afstand tot de taludinsteek, hemelwaterverordening, veiligheid fietsers). Dit wordt verder bekeken bij de voorbereiding van de werken.
Meerwaarde en/of minwaarde
Het op te heffen tracé is al meer dan 30 jaar niet meer in gebruik. Er is dan ook geen financiële impact van de opheffing van de voetweg (artikel 28 §2 van het gemeentewegendecreet).
De gemeenteraad stelt het ontwerp van grafisch plan van tot gedeeltelijke opheffing en verplaatsing van voetweg 98 (Donkerweg) tussen het bufferbekken langs de Steenbeek en de Melkweg definitief vast.
Dit plan werd opgemaakt door landmeter Dries D'Hallewin en heeft als referentie 22-660-I-3.