Context
Het tracé van voetweg 62 loopt door de hoeve in de Roeselarestraat 3 en verder via akkers over de Hanebeek naar de O.L. Vrouwstraat. De uitbater van de hoeve stelt voor om het niet meer gebruikte tracé op te heffen. Deze aanvraag is een onderdeel van de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2021007626 die een nieuwe toegangsweg tot het bedrijf voorziet.
Openbaar onderzoek
De opheffing werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 26 oktober tot en met 24 november 2021:
Niemand heeft een bezwaar ingediend tegen het voorstel tot afschaffing.
Adviezen
Tijdens het openbaar onderzoek werd op 6 mei 2021 advies gevraagd aan:
Zij hebben een gunstig advies gegeven over de afschaffing.
Toetsing aan de principes uit het gemeentewegendecreet
De aanvraag tot gedeeltelijke opheffing van voetweg 62 wordt in dit besluit verder getoetst aan de principes van het gemeentewegendecreet.
1° algemeen belang
Voetweg 62 is niet meer zichtbaar op het terrein. Er loopt nog een private landbouwdreef door het bedrijf die aansluit op een brug over de Hanebeek, ongeveer 90 m oostelijk van de op te heffen voetweg. De gemeente heeft er geen belang bij om deze voetweg op het termijn te herstellen.
2° motivering vanuit een globale visie op trage wegen in de gemeente
De milieuraad heeft een adviesnota gemaakt over de trage wegen in de gemeente. Het op te heffen deel van voetweg 62 is opgenomen als tracé 16B in deze adviesnota.
Er is geen vraag naar herstel van 16B.
3° verkeersveiligheid
4° gemeentegrensoverschrijdend perspectief
Het op te heffen tracé ligt volledig op het grondgebied van Langemark-Poelkapelle. De opheffing heeft geen impact op het wegennet van andere gemeenten.
Meerwaarde en/of minwaarde
Het op te heffen tracé is al meer dan 30 jaar niet meer in gebruik en gedeeltelijk overbouwd. Er is dan ook geen financiële impact van de opheffing van de voetweg (artikel 28 §2 van het gemeentewegendecreet).
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan tot opheffing van voetweg 62 tussen de Roeselarestraat en de voetweg 62 definitief vast.
Dit plan werd opgemaakt door landmeter Pieter Callewaert en heeft als referentie 20/1163.