De gezamenlijke fracties van N-VA, TOPE 8920 en Vooruit dienen een individuele constructieve motie van wantrouwen in. De motie is in overeenstemming met art. 46 van het decreet over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd bij decreet van 16 juli 2021 tot wijziging van diverse decreten wat betreft de versterking van de lokale democratie, BS 4 augustus 2021. Deze individuele motie van wantrouwen is gericht tegen de toegevoegde schepen, tevens voorzitter van het bijzonder comité van de sociale dienst, vermeld in art. 42 § 1, derde lid van hetzelfde decreet lokaal bestuur.
Motivering:
Na 2,5 jaar besturen is het onderling vertrouwen tussen de leden van het college waarvan de voorzitter van het bijzonder comité van de sociale dienst deel van uitmaakt, zoek. Binnen het college is er een afwezigheid van het noodzakelijk streven naar consensus. Ook verschillen de twee fracties danig op het vlak van unaniem communiceren zowel ex- als intern en in de omgang met diverse belanghebbenden. Dit alles resulteert in een college dat nauwelijks nog tot beslissingen komt. Dit is fundamenteel schadelijk voor het lokaal bestuur en de toekomst van onze landelijke gemeente. Betrokkene kan als lid van dit college van burgemeester en schepenen/vast bureau door de hierboven inleidende motivatie niet langer functioneren.
Duiding:
De algemeen directeur, mevr Sabine De Wandel, heeft op 7 september 2021 de individuele constructieve motie van wantrouwen met bijgevoegde voordrachtakte en geloofsbrieven ontvangen en op dezelfde dag bezorgd aan de voorzitter van de raad. Deze individuele van wantrouwen is gericht tegen de toegevoegde schepen, tevens voorzitter van het bijzonder comité van de sociale dienst.
Voor er kan worden gestemd, onderzoekt de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn of de individuele constructieve motie van wantrouwen voldoet aan artikel 104 van het decreet lokaal bestuur.
De voorzitter van de raad stelt vast dat de individuele constructieve motie van wantrouwen voldoet aan alle voorwaarden:
1° ze is ondertekend door de meerderheid van de raadsleden;
2° ze is ondertekend door ten minste twee derde van de raadsleden van elk van de fracties waartoe de raadsleden in de gemeenteraad behoren die de motie ondersteunen. Als een fractie maar uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen;
3° in geval van een individuele motie, is ze ondertekend door twee derde van de raadsleden van de fractie waartoe de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst behoort. Deze voorwaarde vervalt als de gemeenteraad een collectieve motie van wantrouwen heeft aangenomen. In dat geval moet de individuele motie van wantrouwen gericht tegen de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst niet worden ondertekend door minstens twee derde van de raadsleden van de fractie waartoe de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst in de gemeenteraad behoort.
4° ze draagt een kandidaat-opvolger voor;
5° er is een ontvankelijke akte van voordracht bijgevoegd als vermeld in artikel 90 van het decreet lokaal bestuur. Als een lijst in twee fracties is opgesplitst, wordt, in afwijking van artikel 90, de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter ondertekend door de meerderheid van de raadsleden die deel uitmaken van de fractie van de kandidaat-voorzitter. Als de fractie van de kandidaat-voorzitter maar twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van een van hen;
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn verklaart de individuele constructieve motie ontvankelijk.
De individuele constructieve motie van wantrouwen wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad maatschappelijk welzijn.
De individuele constructieve motie van wantrouwen wordt aangenomen na stemming.
De ingediende individuele constructieve motie van wantrouwen en de huidige beslissing van de raad maatschappelijk welzijn worden overeenkomstig artikel 46 ter kennis gebracht aan de Vlaamse Regering.