Terug
Gepubliceerd op 02/06/2021

2021_RMW_00038 - Bepalen van voorwaarden om beroep te doen op uitzendarbeid binnen het lokaal bestuur - Goedkeuring

Raad voor Maatschappelijk Welzijn
ma 31/05/2021 - 19:20 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Jos Meersch; Doris Dereyne; Jan Halewyck; Claudine Muylle; José Victoor; Lieven Vanbelleghem; Marleen Soete; Robert Barthier; Peter Vantomme; Dominique Cool; Eddy Vanacker; Brecht Bogaert; Leen Louwagie; Nicole Louwagie; Laurent Hoornaert; Jean-Marie Callewaert; Koen Bentein; Tristan Bruynsteen; Dominique Vanpeteghem; Sabine De Wandel

Secretaris

Sabine De Wandel

Voorzitter

Jos Meersch

Stemming op het agendapunt

2021_RMW_00038 - Bepalen van voorwaarden om beroep te doen op uitzendarbeid binnen het lokaal bestuur - Goedkeuring
Goedgekeurd

Aanwezig

Jos Meersch, Doris Dereyne, Jan Halewyck, Claudine Muylle, José Victoor, Lieven Vanbelleghem, Marleen Soete, Robert Barthier, Peter Vantomme, Dominique Cool, Eddy Vanacker, Brecht Bogaert, Leen Louwagie, Nicole Louwagie, Laurent Hoornaert, Jean-Marie Callewaert, Koen Bentein, Tristan Bruynsteen, Dominique Vanpeteghem, Sabine De Wandel
Stemmen voor 19
José Victoor, Doris Dereyne, Koen Bentein, Marleen Soete, Robert Barthier, Peter Vantomme, Dominique Cool, Eddy Vanacker, Jan Halewyck, Claudine Muylle, Brecht Bogaert, Leen Louwagie, Nicole Louwagie, Laurent Hoornaert, Tristan Bruynsteen, Jean-Marie Callewaert, Dominique Vanpeteghem, Lieven Vanbelleghem, Jos Meersch
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2021_RMW_00038 - Bepalen van voorwaarden om beroep te doen op uitzendarbeid binnen het lokaal bestuur - Goedkeuring 2021_RMW_00038 - Bepalen van voorwaarden om beroep te doen op uitzendarbeid binnen het lokaal bestuur - Goedkeuring

Motivering

Juridische grond

  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
  • Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;
  • Decreet van 10 december 2010 betreffende de private arbeidsbemiddeling;
  • Decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen;
  • Koninklijk besluit van 7 december 2018 inzake de definiëring van uitzonderlijk werk in uitvoering van artikel 1, §4 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.

Aanleiding en context

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt wat zorgberoepen betreft, is de zorgcampus vragende partij om tijdelijk beroep te doen op uitzendarbeid. Bij uitzendarbeid wordt een uitzendkracht in dienst genomen door een uitzendbureau om tewerkgesteld te worden bij een bestuur dat een tijdelijke werkkracht nodig heeft. 

Er zijn bij uitzendarbeid twee werkgevers:

  • Juridische werkgever: het uitzendkantoor is de juridische werkgever en is belast met onder andere de loonadministratie. De uitzendkracht moet het kantoor op de hoogte brengen bij ziekte. Het bestuur waar de uitzendkracht aan de slag is moet zijn prestaties doorgeven aan het uitzendkantoor.
     
  • Feitelijke werkgever: tijdens de opdracht staat een uitzendkracht onder het gezag, de leiding en het toezicht van het bestuur waar de uitzendkracht aan de slag gaat. Het bestuur geeft instructies over het uit te voeren werk en staat in voor de toepassing van de regels rond arbeidsduur en arbeidsveiligheid. Een uitzendkracht moet zich aan dezelfde regels houden als een vaste werknemer en heeft dezelfde rechten en plichten (o.a. wat betreft het nemen van een pauze, …). Het bestuur draagt de verantwoordelijkheid voor het welzijn van de uitzendkracht en voor de daden van de uitzendkracht.

Op 16 mei 2018 publiceerde het Belgisch Staatsblad het decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen. Dat decreet laat bepaalde vormen van uitzendarbeid toe. Uitzendarbeid is maar mogelijk bij een lokaal bestuur nadat de raad heeft beslist in welke gevallen hij een beroep wil doen op uitzendarbeid binnen de krijtlijnen van het decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen.

De raad kan ervoor kiezen om één, meer of alle vormen van uitzendarbeid toe te laten bij het bestuur. Er zijn 8 mogelijkheden:

  1. Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst. Een arbeidsovereenkomst wordt geschorst als de functiehouder vanwege ziekte of bepaalde vormen van verlof de functie tijdelijk niet meer kan uitoefenen. Bij schorsing van de arbeidsovereenkomst gaat het om voltijdse afwezigheden. Bij deeltijds werken of een deeltijdse werkhervatting na ziekte is vervanging door een uitzendkracht niet mogelijk. De volgende schorsingsgronden zijn mogelijk: arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van ziekte of ongeval, moederschapsverlof, jaarlijkse vakantie, voltijdse loopbaanonderbreking (ouderschapsverlof, palliatief verlof, verlof voor medische bijstand of verzorging van een familielid of gezinslid dat zwaar ziek is), voltijds zorgkrediet, voltijds onbetaald verlof.
  2. Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd
  3. Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet
  4. Tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent. Onder dit punt wordt een statutair personeelslid bedoeld dat zijn ambt niet of enkel deeltijds uitoefent omwille van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval, moederschapsverlof, jaarlijkse vakantie, loopbaanonderbreking, zorgkrediet, onbetaald verlof.
  5. Een tijdelijke vermeerdering van werk
  6. De uitvoering van uitzonderlijk werk
  7. In het kader van tewerkstellingstrajecten
  8. Voor artistieke prestaties of artistieke werken

Daarnaast kan de raad nadere regels vaststellen, waaronder praktische regels worden verstaan alsook eventuele bijkomende beperkingen die het bestuur zichzelf oplegt. De raad kan bepalen om enkel binnen bepaalde diensten een beroep te doen op uitzendarbeid. De maximale duur van een bepaalde vorm van uitzendarbeid moet worden vastgelegd. Die duur mag nooit langer zijn dan 12 maanden, verlengingen inclusief. 

Een uitzendkracht kan verschillende uitzendopdrachten na elkaar vervullen als de reden voor de uitzendarbeid telkens verschillend is en met dien verstande dat voor elke reden de maximale duurtijd 12 maanden bedraagt. Bij een nieuwe vorm of nieuwe vervanging begint de duurtijd opnieuw te lopen.  

De raad moet ook regelen hoe en wanneer het bestuur:

  • de vakorganisaties op de hoogte zal brengen als een uitzendkracht aan het werk gaat bij het bestuur;
  • de jaarlijkse globale informatie over de uitzendkrachten aan het plaatselijk Hoog Overlegcomité zal bezorgen.

Het uitvoerend orgaan is bevoegd om uitzendkrachten in dienst te nemen binnen de mogelijkheden en regels die de raad heeft vastgesteld.

Het is niet mogelijk uitzendkrachten in te zetten:

  • in geval van staking of lock-out;
  • met opeenvolgende dagcontracten;
  • voor een tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt definitief heeft stopgezet;
  • in het kader van het motief instroom.

Het erkend uitzendkantoor waarop een beroep wordt gedaan moet worden aangesteld conform de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

Regelgeving: bevoegdheid

8a08e5925082ef990150853562be0b4f

Regelgeving bevoegdheid

De Raad Maatschappelijk Welzijn is bevoegd op basis van artikel 77 en 78 van het decreet lokaal bestuur.
<p>De Raad Maatschappelijk Welzijn is bevoegd op basis van artikel 77 en 78 van het decreet lokaal bestuur.</p>

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist:

Artikel 1

Uitzendarbeid wordt slechts toegestaan voor het zorgpersoneel (verpleegkundigen en zorgkundigen) in de zorgcampus en dit voor zover vacatures voor tijdelijke vervangingen niet worden ingevuld.  

Artikel 2

Uitzendarbeid in de zorgcampus is mogelijk in volgende gevallen: 

  1. Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst. 
  2. Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd. 
  3. Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet
  4. Een tijdelijke vermeerdering van werk

Artikel 3

Vanwege de kostprijs zal de maximale toegelaten termijn, inclusief verlengingen, worden vastgesteld op 4 maanden. De gebruikelijke termijn wordt vastgesteld op 3 maand(en). Die termijn kan maximaal  1 maal worden verlengd met een periode van 1 maand, op voorwaarde dat het motief nog steeds bestaat en er redelijkerwijze geen aanwervingsprocedure kon worden gevoerd of die geen resultaat opleverde.

Artikel 4

Het is niet mogelijk uitzendkrachten in te zetten:

  • in geval van staking of lock-out;
  • met opeenvolgende dagcontracten;
  • voor een tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt definitief heeft stopgezet;
  • in het kader van het motief instroom.

Artikel 5

Het lokaal bestuur brengt de vakorganisaties ervan op de hoogte dat een uitzendkracht aan de slag gaat bij het bestuur:

  • Uiterlijk 3 dagen vóór de dag dat de uitzendkracht begint te werken, en 3 dagen vóór elke verlenging. In geval van overmacht mag de aanstelling uitzonderlijk gebeuren na de vastgelegde termijn, maar wel nog steeds vóór de uitzendkracht het werk binnen het bestuur aanvat.
  • Via email, met vermelding van de vorm van uitzendarbeid, de functie, de verwachte duur van tewerkstelling en het uitzendkantoor dat zal optreden als werkgever.

Artikel 6

In het eerste Hoog Overlegcomité van het kalenderjaar bezorgt het OCMW de globale informatie over de inzet van uitzendkrachten in het voorafgaande kalenderjaar. Die informatie bevat minstens:

  • per vorm van uitzendarbeid:
    1. het aantal uitzendkrachten;
    2. de functies;
    3. de loonbarema’s;
    4. de uurprestaties;
    5. de eventuele verlengingen;
  • de totale kostprijs van de uitzendkrachten;
  • de gegevens over alle eventuele arbeidsongevallen waarbij uitzendkrachten betrokken waren.

Artikel 7

De aanstelling van een personeelslid via uitzendarbeid wordt gedelegeerd aan de algemeen directeur, voor zover de tewerkstelling een werkweek (inclusief weekends) niet overschrijdt. Elke aanstelling die langer duurt dan een week wordt in het vast bureau gebracht. Aaneensluitende weekcontracten worden gezien als een contract die langer duurt dan een week.

Artikel 8

Deze beslissing wordt ter advies voorgelegd aan de representatieve vakorganisaties en ter goedkeuring aan de raad voor maatschappelijk welzijn.  

Artikel 9

De uitzendkrachten moeten voldoen aan de volgende toelatings- en aanwervingsvoorwaarden zoals deze gelden voor de eigen personeelsleden: 

    1. een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie. Het passend gedrag wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het strafregister;
    2. de burgerlijke en politieke rechten genieten;
    3. medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
    4. voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
    5. voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is.

De uitzendkrachten, die aan de slag gaan bij een lokaal bestuur, zijn onderworpen aan de Bestuurstaalwet (SWT) wat betreft hun taalgebruik (de door de SWT voorgeschreven bestuurstaal) en moeten daarom het Nederlands gebruiken in hun opdrachten die ze voor de gemeente/het OCMW/de provincie uitvoeren.

De deontologische code voor de eigen personeelsleden is eveneens van toepassing op de uitzendkrachten.