Het verslag van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 14 december 2020 wordt ter goedkeuring voorgelegd.
Het audioverslag van deze zitting kan u beluisteren op deze link. De raadszitting start om 04.07.25 en eindigt om 05.29.22.
Het verslag van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 14 december 2020 wordt goedgekeurd.
Dhr Johan Vanysacker diende op 28 december 2020 zijn ontslag in als raadslid.
Artikel 13 van het decreet lokaal bestuur stelt: Het gemeenteraadslid dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt. Het lid van de gemeenteraad blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.
De raad wordt gevraagd hiervan akte te nemen.
De raad neemt akte van het ontslag van dhr Johan Vanysacker als raadslid.
Ten gevolge het ontslag van dhr Johan Vanysacker wordt een vervangend raadslid aangesteld.
Artikel 14. van het decreet lokaal bestuur stelt: Het gemeenteraadslid dat afstand doet van zijn mandaat, dat van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, dat als verhinderd wordt beschouwd, dat ontslag genomen heeft, of dat overleden is, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011. De geloofsbrieven worden onderzocht overeenkomstig artikel 6, § 3. De vervanger legt de eed af in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.
Artikel 68 §1 van het decreet lokaal bestuur stelt: Door het onderzoek van de geloofsbrieven en de erop volgende eedaflegging van de gemeenteraadsleden, vermeld in artikel 6, § 3, en artikel 14, worden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van rechtswege als geïnstalleerd beschouwd.
De eerste opvolger, mevr. Sophie Vandenbussche, wenst haar mandaat niet op te nemen. De tweede opvolger, dhr Dominique Vanpeteghem, wenst zijn mandaat wel op te nemen, voldoet aan alle voorwaarden en kan bijgevolg als raadslid aangesteld worden. Hij legde zijn eed af in de gemeenteraad van 21 januari 2021. De raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om hier akte van te nemen.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van de eedaflegging van dhr Dominique Vanpeteghem als raadslid.
Er wordt een afschrift van deze beslissing overgemaakt ter kennisgeving aan de Gouverneur.
Dhr Dominique Vanpeteghem diende op 4 januari 2021 zijn ontslag in als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst vanaf 13 januari 2021.
Artikel 103 van het decreet lokaal bestuur stelt: Het lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn de kennisgeving ontvangt. Het lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.
De raad wordt gevraagd akte te nemen van het ontslag van dhr Dominique Vanpeteghem.
De raad neemt akte van het ontslag van dhr Dominique Vanpeteghem als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst vanaf 13 januari 2021.
Ten gevolge het ontslag van dhr Dominique Vanpeteghem als lid van het Bijzonder Comité Sociale Dienst wordt een vervangend lid aangesteld.
Artikel 98 § 1 van het decreet lokaal bestuur stelt: De verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van wie de geloofsbrieven door de raad voor maatschappelijk welzijn zijn goedgekeurd, leggen, voor ze hun mandaat aanvaarden, de volgende eed af in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.". In geval van algehele vernieuwing van het bijzonder comité voor de sociale dienst vindt de eedaflegging plaats tijdens de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aansluitend op de installatievergadering van de gemeenteraad. Die eedaflegging vindt plaats in openbare vergadering. Elke andere eedaflegging gebeurt alleen ten overstaan van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en in aanwezigheid van de algemeen directeur. Daarvan wordt een proces-verbaal opgemaakt dat ondertekend wordt door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en door de algemeen directeur en dat aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt bezorgd.
De eerste opvolger, Dhr Jan Halewyck, wenst zijn mandaat op te nemen, voldoet aan alle voorwaarden en kan bijgevolg als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst aangesteld worden.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van de aanstelling van dhr. Jan Halewyck als lid van het Bijzonder Comité Sociale Dienst.
Er wordt een afschrift van deze beslissing overgemaakt ter kennisgeving aan de Gouverneur.
Het decreet lokaal bestuur bepaalt in artikel 266 dat de voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom onderworpen zijn aan een voorafgaand visum van de financieel directeur.
De financieel directeur onderzoekt, in het kader van zijn opdracht als vermeld in artikel 177, eerste lid, 1°, de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen financiële verbintenissen.
De gemeenteraad bepaalde op 29/04/2019 de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle in het kader van de visumverplichting uitoefent.
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid aan de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn, het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau over de uitvoering van zijn taak van voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen. Tegelijkertijd wordt een afschrift van het rapport ter beschikking gesteld aan de algemeen directeur (art. 177). Het rapport werd in bijlage toegevoegd.
De OCMW-raad neemt akte van de rapportering van het visum van de financieel directeur voor het dienstjaar 2020
Sinds 2008 maakt het OCMW deel uit van de intergemeentelijke trajectbegeleiding De Opstap, een samenwerkingsverband tussen volgende OCMW's: Alveringem, Diksmuide, Houthulst, Koekelare, Kortemark, Langemark - Poelkapelle, Lo - Reninge, Vleteren en Zonnebeke. De Opstap is een intergemeentelijke samenwerking met als doel duurzame socio-professionele integratie/activering van OCMW-gebruikers realiseren door middel van samenwerking tussen de deelnemende partners met betrekking tot arbeidsbegeleiding. Leefloongerechtigden zijn de prioritaire doelgroep. In de loop der jaren werd binnen De Opstap een uitgebreide kennis opgebouwd van arbeidstrajectbegeleiding, mogelijkheden in het niet-economisch circuit, toeleiding naar arbeidszorg, ...
Vanaf 1 mei 2020 treedt de DVV Westhoek op als projectbeheerder van De Opstap, voorheen was dit OCMW Diksmuide. Gezien de overdracht in 2020 de organisatie en de werking van De Opstap onder de rechtspersoonlijkheid van DVV Westhoek valt, dient een nieuwe samenwerkingsovereenkomst te worden afgesloten tussen DVV Westhoek en de betrokken besturen. Deze overeenkomst dient van start te gaan in 2021 en loopt tot en met 2025.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst De Opstap goed.
De werking van het centrum van dagverzorging staat niet alleen. Het is ingebed binnen zorgcampus De Boomgaard. De huidige COVID-19 maatregelen voor woonzorgcentra hebben dan ook een belangrijke invloed op de werking van het centrum voor dagverzorging.
Alle maatregelen en acties zijn opgenomen in het outbreakplan.
Om doelgericht te kunnen werken is er nood aan objectieve parameters. Eerder genomen en toekomstige beslissingen zijn hierop geënt. Hieronder vindt u een overzicht van de parameters.
Elke parameter, of een combinatie ervan, kan leiden tot de stopzetting of heropstart van de dienstverlening.
De uitbating van het centrum voor dagverzorging binnen de muren van het woonzorgcentrum stopt als:
De uitbating van het centrum voor dagverzorging op een andere locatie dan het woonzorgcentrum stopt als:
Als aan de parameters voldaan is, dan kan een terugkeer van het centrum voor dagverzorging naar de oorspronkelijke bestemming binnen de muren van het woonzorgcentrum.
Binnen het eigen patrimonium een alternatieve locatie vinden die conform is aan de wetgeving en voldoende kwaliteit biedt voor de zorgbehoevende doelgroep, is niet evident. De enige locatie die, mits enige creativiteit, geschikt is, is De Hazebrug. De verblijfsduur moet wel zo kort mogelijk zijn en andere activiteiten in de zaal kunnen niet doorgaan. Voor deze accommodatie moet toelating gevraagd worden aan het agentschap zorg en gezondheid.
Buiten het eigen patrimonium is ‘De Mast’, de meest geschikte locatie. Het gebouw is aangepast aan zorgbehoevende gebruikers en beschikt over voldoende accommodatie. De uitbaters van ‘De Mast’ hebben niet de intentie om hun dienstverlening op te starten zolang de COVID-19 dreiging er is. Er is toelating van het agentschap zorg en gezondheid om dit gebouw tijdelijk te gebruiken.
Indien de uitbating binnen de muren van het woonzorgcentrum niet kan, en er geen alternatieve locatie beschikbaar is, dan doen we er alles aan om de thuiszorg te maximaliseren. De uitbating stopt dan tijdelijk.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met een contractverlenging tot 15 maart 2021 voor de huur van de Mast, onder opschortende voorwaarde van een terugkeer naar de site van het woonzorgcentrum voor 15 februari 2021 .
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt akte.