Het verslag van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 5 oktober 2020 wordt ter goedkeuring voorgelegd.
Het audioverslag van deze zitting kan u beluisteren op deze link.
Het verslag van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 5 oktober 2020 wordt goedgekeurd.
De gouverneur heeft de jaarrekening 2019 goedgekeurd. In bijlage werd het goedkeuringsbesluit opgenomen.
Het nazicht van de jaarrekening heeft niet geleid tot formele opmerkingen, wel tot enkele technische bemerkingen.
De raad neemt akte van de goedkeuring van de jaarrekening 2019 door de provinciegouverneur.
Met de minimale levering aardgas wil de Vlaamse Regering de OCMW's een extra middel aanreiken om gezinnen die de middelen ontberen om de aardgasbudgetmeter op te laden en die dus het risico lopen zonder verwarming te vallen in de winterperiode, te ondersteunen door hen een minimale hoeveelheid aardgas ter beschikking te stellen via periodieke opladingen van de budgetmeterkaart. De winterperiode loopt van 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021. Deze periode kan echter door de minister van Energie verlengd worden in functie van de weersomstandigheden. De regeling is optioneel: OCMW’s kunnen individueel beslissen of ze al dan niet in het systeem stappen.
Het OCMW krijgt een aanvraag van de hulpvrager of wordt via een lijst van de netbeheerder op de hoogte gebracht van afnemers waar er vermoedelijk opladingsmoeilijkheden zijn, in casu budgetmeters die 30 dagen of meer niet opgeladen worden. Iedere aanvraag moet door het bestuursorgaan (BCSD) beslist worden binnen de 30 dagen.
De minimale hoeveelheid aardgas wordt berekend op basis van een tabel (zie bijlage), vastgelegd door de minister van Energie. De bedragen opgenomen in de tabel zijn de maximum bedragen die per halve maand binnen deze regeling tot 70 % kunnen worden gerecupereerd bij de netbeheerder. Het OCMW kan een hoger of lager bedrag toekennen dan in de tabel wordt weergegeven. Het resterende bedrag kan het OCMW terugvorderen van de hulpvrager, of zelf ten laste nemen. Het bedrag dat toegekend wordt, staat voor 60% van het gemiddelde gasverbruik per halve maand in winterperiode.
Het BCSD adviseert om analoog aan vorige jaren de resterende 30% ten laste te nemen, en niet terug te vorderen van de hulpvrager gezien de precaire financiële situatie waarin die verkeert. Daarnaast wordt geadviseerd om de minimale levering aardgas niet te cumuleren met de brandstoftoelage uit het steunbarema.
Organieke Wet, 7/7/1976
Energiebesluit, 19 november 2010
Energiearmoedeprogramma, 4 maart 2016
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn gaat akkoord met de toekenning van een minimale levering aardgas volgens de bedragen en procedures bepaald door de Vlaamse Regering.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn gaat akkoord met een terugvordering van 70% bij de netbeheerder, en ten laste neming door het OCMW van 30% van het bedrag zoals geadviseerd door het BCSD.
De werking van het centrum van dagverzorging staat niet alleen. Het is ingebed binnen zorgcampus De Boomgaard. De huidige COVID-19 maatregelen voor woonzorgcentra hebben dan ook een belangrijke invloed op de werking van het centrum voor dagverzorging.
Alle maatregelen en acties zijn opgenomen in het outbreakplan.
Om doelgericht te kunnen werken is er nood aan objectieve parameters. Eerder genomen en toekomstige beslissingen zijn hierop geënt. Hieronder vindt u een overzicht van de parameters.
Elke parameter, of een combinatie ervan, kan leiden tot de stopzetting of heropstart van de dienstverlening.
De uitbating van het centrum voor dagverzorging binnen de muren van het woonzorgcentrum stopt als:
De uitbating van het centrum voor dagverzorging op een andere locatie dan het woonzorgcentrum stopt als:
Als aan de parameters voldaan is, dan kan een terugkeer van het centrum voor dagverzorging naar de oorspronkelijke bestemming binnen de muren van het woonzorgcentrum.
Binnen het eigen patrimonium een alternatieve locatie vinden die conform is aan de wetgeving en voldoende kwaliteit biedt voor de zorgbehoevende doelgroep, is niet evident. De enige locatie die, mits enige creativiteit, geschikt is, is De Hazebrug. De verblijfsduur moet wel zo kort mogelijk zijn en andere activiteiten in de zaal kunnen niet doorgaan. Voor deze accommodatie moet toelating gevraagd worden aan het agentschap zorg en gezondheid.
Buiten het eigen patrimonium is ‘De Mast’, de meest geschikte locatie. Het gebouw is aangepast aan zorgbehoevende gebruikers en beschikt over voldoende accommodatie. De uitbaters van ‘De Mast’ hebben niet de intentie om hun dienstverlening op te starten zolang de COVID-19 dreiging er is. Er is toelating van het agentschap zorg en gezondheid om dit gebouw tijdelijk te gebruiken.
Indien de uitbating binnen de muren van het woonzorgcentrum niet kan, en er geen alternatieve locatie beschikbaar is, dan doen we er alles aan om de thuiszorg te maximaliseren. De uitbating stopt dan tijdelijk.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met een contractverlenging tot 15 januari 2021 voor de huur van de Mast .
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt akte.