Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 177, 266 en 267
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de ocmw’s, art. 99
De beslissing houdende het vastleggen van de voorwaarden voor de uitoefening van het voorafgaand visum door de financieel directeur zoals vastgelegd in de OCMW-raad van 19/08/2009 wordt opgeheven.
Het voorstel van de financieel directeur wordt aanvaard met als gevolg dat volgende categorieën uitgesloten worden van visum:
De modaliteiten die gelden om advies te kunnen vragen aan de financieel directeur over de wettigheid en regelmatigheid van verrichtingen die van de visumverplichting zijn uitgesloten worden vastgelegd in het organisatiebeheersingsmodel.
De volgende modaliteiten moeten worden nageleefd:
- in functie van het verlenen van een visum dient een volledig dossier aan de financieel directeur te worden bezorgd. Hiermee wordt bedoeld alle stukken die nodig zijn om de wettigheid en regelmatigheid te beoordelen.
- een dossier dat voldoet aan de visumverplichting moet altijd, vooraleer de verbintenis wordt aangegaan, voorgelegd worden aan de financieel directeur. Er wordt geen visum achteraf gegeven.
- de financieel directeur moet steeds over een redelijke termijn beschikken (in verhouding tot de complexiteit van het dossier) om het dossier te beoordelen.
- het visum ontslaat de budgetverantwoordelijke niet van zijn verantwoordelijkheid om de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis te controleren.